Lezing "Volkomen vreugde!" 2
Volkomen vreugde!
Spreker: Ds. Maarten Ezinga
Plaats: Bommelerwaard
Thema: Volkomen vreugde! 2
Datum: 22 mei 2012
Tekst: Romeinen 6 : 12 - 14
Beluisteren Lezing >>
Beluisteren Vragenbeantwoording >>
Opslaan of printen Lezing in PDF >>
Wilt u reageren op de lezing dan kunt u mailen naar: [email protected]
“Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen. En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet maar onder de genade!”
Goedenavond allemaal!
Het is fijn om weer in jullie midden te zijn om samen en gedeelte uit het Woord van God te kunnen overdenken. In onze voortgaande studie hebt u kennis kunnen nemen van een zeer belangrijk punt: een gelukkig en een blijmoedig christenleven. En het belangrijke principe is dat blijdschap en levensheiliging onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Waar het één is, is het ander. Daar waar iemand groeit in de genade en de kennis van de Heere Jezus, daar zal ook geluk zijn; waarachtig geluk. God is de bron en de oorsprong van alle blijdschap. We zullen deze blijdschap, deze blijdschap van Goddelijke oorsprong, ervaren wanneer ons leven overeenkomt met Gods Woord en beeld. Deze blijdschap en vreugde wordt alleen dan beleeft, wanneer de praktijk van ons dagelijks leven overeen gaat komen met onze positie die wij hebben in de Heere Jezus Christus. Wij hebben de laatste keer geleerd, dat overwinning op de zonde, het terugdringen van de zondemacht in ons leven, zal gerealiseerd worden wanneer ik verkeer in de blijdschap van de Heilige Geest. En dat begint bij het kennen van onze positie, weten wie je bent in Christus voor een driemaal Heilige God! Ken je positie! En deze positie wordt in Romeinen 6 diepgaand uitgewerkt. We zijn in Christus gedoopt; m.a.w.: de Heilige Geest heeft ons in Christus gedoopt en ons geïdentificeerd, of: vereenzelvigd, met doop, begrafenis en ook opstanding van onze Heere Jezus Christus! En wanneer wij gelovigen zijn in Christus, dan zijn wij positioneel onder het hemels recht juridisch door voor koning zonde. De zondemacht heeft het niet langer voor het zeggen in ons leven. Wij hoeven de zonde niet langer te gehoorzamen; wij hoeven niet langer op zijn bevelen in te gaan. Die zondemacht heeft geen autoriteit meer over ons. Op basis van onze geloofsverbondenheid met de Heere Jezus Christus en onze positie in Hem, weten wij dat de overwinning op de zonde mogelijk is! Sterker nog: wij hoeven niet meer te zondigen. Er is geen reden meer om te zondigen. Sterker nog: de zondemacht is gebroken! De zondemacht is zijn kracht ontnomen! Let goed op: de Heere Jezus heeft niet alleen de schuld van onze zonde betaald; Hij heeft niet alleen de straf op onze zonde gedragen. Nee, onze Heere Jezus Christus heeft ook de zondemacht aan het kruis en door Zijn Opstanding uit de doden gebroken. Koning zonde is en verslagen vijand. Romeinen 6 : 6 zegt:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 6:
“Dat het lichaam der zonde zijn kracht is ontnomen!”
M.a.w.: de Heere heeft ons niet alleen verlost van de zondeschuld, maar ook heeft Hij voorzien in de mogelijkheid om de overwinning te hebben op de zondemacht in ons leven, waardoor de zondemacht wordt terug gedrongen en Gods genade en kennis van Christus in ons leven manifest wordt, zichtbaar wordt! En de eerste praktische stap naar dat leven, naar dat heiligingsleven, is het kennen van onze positie: je moet weten wie je bent; weten wie je bent in de Heere Jezus Christus voor een driemaal heilig God! Alleen zo kan de Heere God aan Zijn eer komen en kan Hij verheerlijkt worden in ons leven. Dat is de eerste stap.
We zijn toegekomen aan de tweede stap, en die tweede stap luidt, naast: ken uw positie, nu stap 2: onderwerp uw wil. Dus één: ken uw positie, en twee: onderwerp uw wil! Paulus schrijft in zijn brief aan de Romeinen, in hoofdstuk 6 : 12. Misschien dat u het even met mij kunt opzoeken.
Schriftlezing: Romeinen 6 : 12 t/m 14:
“Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen. En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet maar onder de genade!”
In deze verzen, broeders en zusters, wordt een appèl gedaan op onze wil. We worden op onze verantwoordelijkheid aangesproken. De apostel zegt driemaal toe: “Stel u..!” “Stel u …!” dat is een daad van de wil. De eerste stap tot overwinning is: ken uw positie, en de tweede stap is: onderwerp uw wil! En dat is iets wat u en ik moeten doen! Sommige gelovigen zeggen: “Ja, maar ik kan geen overwinning hebben over de zonde in mijn leven! Ik kan niet leven zoals de Heere God dat van mij vraagt!” Nou, misschien moeten we eerlijk wezen, en misschien moeten we erkennen, en er niet omheen draaien, door te zegen dat de Heere God te hoge eisen stelt, en dat we niet uit Zijn woord kunnen lezen. Maar verantwoordelijkheid nemen, en zeggen: “Eigenlijk wil ik niet leven zoals de Heere God dat van mij vraagt!” In plaats van: ‘ik kan het niet!’ Want daarmee beschuldigen wij de Heere God dat Hij het onmogelijke van ons vraagt; en dat het een onmogelijke opdracht is om werkelijk als kind van God in deze wereld te leven. Het is wel degelijk mogelijk om levensheiliging te kennen. Het is wel degelijk mogelijk dat de zondemacht in je leven wordt terug gedrongen. Het is wel degelijk mogelijk om in deze wereld als kind van God te leven, anders zou de Hemelse Vader dat niet van ons vragen. Al Gods bronnen staan tot onze beschikking; en de kracht van de Heilige Geest Die in ons woont wil u helpen in deze geestelijke strijd. Daarbij hebben we Gods genade en kracht, en daar mogen we uit putten. En die kracht van de Heere mogen wij uit genade aan de Heere vragen, of de Heere ons wil zegenen in de navolging van de Heere Jezus Christus. Nu, die tweede stap om onze wil te onderwerpen wordt in Romeinen 6:13 voorgehouden als: “Stel u ten dienst van God!” Stel u ten dienste van God; stel uw leden! Ziet u dat er over uw leden wordt gesproken? Met ‘leden’ wordt bedoeld: al onze ledematen. Je ogen, je oren, je neus; al je ledematen, je zintuigen. De totaalstand van je leven stel dat niet langer ten dienste van de zonde; dien niet langer de zonde daarmee; stel je zintuigen niet langer bloot aan de invloed van de macht van de zonde. Maar stel ze ten dienste van God, als mensen die dood zijn geweest maar thans leven! Dat is Gods wil voor u en voor mij. Nou wat bedoelt de Heere God nu als Hij zegt: “Mijn zoon, mijn dochter, stel u….!” Laten we deze oproep om je leden te stellen eens wat nader uitwerken door Bijbels Schrift met Schrift te vergelijken. En als u even doorbladert naar Romeinen 12, dan leest u daar, Romeinen 12 : 1, daar lees je hetzelfde woordje
Schriftlezing: Romeinen 12 : 1:
“Ik roep u er dan toe op broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst!”
Nou, dat woordje ‘stelt’, dat mag je ook vertalen met: ‘wijdt jezelf aan Hem toe!’ Geef uzelf aan Hem over; biedt uzelf aan de Heere aan; geef je rechten op. M.a.w.: dit is en directe oproep tot een volkomen overgave aan de wil Gods voor ons leven geef jezelf over. Dat wil zeggen dat ik mij zelf, met heel mijn hebben en houden, ja de totaalstand van mijn leven….; dat is mijn persoonlijk leven, het sportleven, mij gezinsleven, mijn familieleven, mijn werkzame leven, mijn gemeenteleven, mijn seksuele leven, mijn vrijetijdsleven, mijn ontspanningsleven…..; noem maar op; ik heb het op een rij gezet, tel het allemaal op, in ieder geval het totaal van mijn leven. En de Heere zegt: “Zou je dat nu willen overgeven aan Mij! Zou jij je wil in alles aan Mijn Wil willen onderwerpen?” Dat is wat de Heere hier vraagt: “Zou je dat alles ten dienste willen stellen van Mij!” Niet langer ten dienste van koning zonde, maar ik roep je op: stel nu in antwoord op alles wat God voor jou heeft gedaan, al Zijn ontfermingen, al die barmhartigheden waar je deel aan hebt (‘alles wat Ik voor jou heb gedaan!’): “zou jij nu je leden, de totaalstand van je leven, aan Mij willen overgeven?” Uitleveren! Dat is wat de Heere hier vraagt: opgeven, loslaten van je eigen wil en je overgeven aan de wil Gods voor je leven. We bidden: “Uw wil geschiede in de hemel alzo ook op de aarde!” Alzo ook in mijn leven. Op de aarde, dat betekent in de eerste plaats dat ik Gods wil doe in mijn leven. Dat is met de woorden van een lied uit de bundel Johan de Heer: “Neem mijn wil en maak hem vrij, dat hij u geheiligd zij. Maak mijn hart tot Uwe troon, dat Uw Heil’ge Geest er woon!” Nou, dat is nu precies wat de Heere hier in Romeinen 6:13 van ons vraagt: “Stel uw leden ten dienste van God!” M.a.w.: geef je geheel en al aan de Heere over. Dat is wat Hij van ons vraagt. Geef u geheel en al over. Hijs de witte vlag, met andere woorden: “Geef u over! Biedt niet langer weerstand! Buig voor God, voor Zijn aanspraak op uw leven. Nu dat bevel, om je leden te stellen op dat totaalpunt van je leven over te geven, de manier waarop dat is gegeven, wijst op een eenmalige beslissing in je leven. Het wijst erop wat er op en bepaald moment in je leven plaats vindt. Ik weet het nog goed, ik was jong, niet zo lang nadat ik tot geloof was gekomen in de Heere Jezus. Ik weet nog dat ik voor mijn bed ben geknield en mij geheel en al heb over gegeven aan de Heere. En sindsdien komt de Heere daar regelmatig op terug. Op het moment dat ik iets wil doen wat tegen Zijn heilig Woord, Zijn heilige wil, Zijn heilig Wezen in ga, komt de Heere als het ware bij mij: “Maarten, weet je nog? Toen en toen? Toen heb je je helemaal aan Mij over gegeven! Maarten, je bent niet langer van jezelf; je bent van Mij!” En de Heere komt iedere keer terug op de beslissing die ik toen genomen heb. En dat blijkt ook uit de tekst, uit de taal, uit de grammatica, dat het en eenmalig wilsbesluit is om je geheel en al uit te leveren aan de Heere God. Natuurlijk zijn er momenten van dagelijkse bekering; natuurlijk is er een dagelijks gehoorzaam worden aan de Heere, en je dagelijks over geven aan de wil van God. Natuurlijk dat is er ook! Ik geef mij een keer geheel en al restloos over aan de Heere, en stel ik mijn leden ten dienste niet langer van koning, maar van Koning Jezus. En de dagelijkse bekering bestaat daar uit dat ik dat ik elke dag opnieuw geconfronteerd word met dingen die niet goed zijn, en er opnieuw voor kies om de wil van God te doen voor mijn leven. Maar die eenmalige overgave dat is een eenmalig iets, wat niet herhaald hoeft te worden. Mijn oudste zoon werkt in het leger; hij heeft zich op een bepaald moment aangemeld; hij kreeg formulieren van het ministerie van Defensie, die moest hij invullen; hij moest door een test heen; en op een bepaald moment werd hij aangenomen en beloofde hij trouw aan zijn superieuren, trouw aan land en de koningin! Al doet hij heus wel eens een keertje wat in zijn verantwoordelijkheid als soldaat wat niet in overeenstemming is met wat zijn superieuren willen. Moet hij zich dan weer opnieuw aanmelden? Moet hij het dan weer opnieuw zeggen: ‘ja, ik stel mij weer onder uw bevel!’? Welnee! Hij is in dat leger; hij is onder dat gezag. Het enige wat hij hoeft te doen op dat moment is te erkennen dat hij fout is geweest, maar hij behoeft zich niet opnieuw aan te melden. Zo is dat ook voor ons als kinderen van God: eens over gegeven, oprecht, onder het overtuigende werk van de Heilige Geest, dat is altijd over gegeven.
Nu zijn er gelovigen die komen tot de Heere Jezus Christus; die hebben deel aan de barmhartigheden en de ontfermingen van de Heere, maar zij geven zich niet over. Zij leiden jarenlang een dor en droog geestelijk leven, met weinig werkelijke, sprankelende vreugde. Zij leven het leven…..; maar de Heere Jezus zei niet: “Ik ben gekomen opdat zij leven hebben!” Leven, eeuwig leven: geweldig! Maar de Heere Jezus zei: “Ik ben gekomen opdat zij leven hebben, en overvloed!” En het overvloedige leven, waar vreugde de toonzetting is, wordt ervaren in die levens van die mannen en die vrouwen, is, nadat zij deel hebben gekregen aan de barmhartigheden en de ontfermingen van de Heere, hun leden, de optelsom van hun leven hebben over gegeven aan de Heere. Heeft u dat gedaan? Heb jij dat gedaan? Sommigen hebben alleen maar een gedeelte over gegeven en de rest houden ze voor zichzelf. Maar het gaat hier in de tekst van Romeinen 6:13 over: volkomen overgave, hijsen van de witte vlag; dat je zegt: ‘ik zie af van mijn rechten; ik zie af van mijn wil! Vanaf dit moment gaat het niet meer om mijn rechten, gaat het niet meer om mijn wil, maar het gaat om de wil Gods in mijn leven!’ En het mooie is als de wil van God in ons leven uitgeleefd wordt wij gelukkige mensen zullen zijn. De Heere Jezus zei: “Indien iemand achter mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij!” Natuurlijk betekent dat niet dat ze nooit meer de fout ingaan. De Bijbel zegt: “Indien wij geen zonde hebben zo misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet!” Daar heeft het dus mee te maken; het heeft er mee te maken dat we weten wie we zijn in de Heere Jezus Christus. En ten tweede dat wij de totaalstand van ons leven hebben over gegeven aan de Heere God, en dat wij het dus niet langer van onszelf verwachten hier in! Dus: ken uw positie, onderwerp u aan de wil Gods voor uw leven.
Nu, de derde stap tot overwinning en blijdschap in ons leven is een wandel door de Geest. Wandelen door de Geest. Nu, voordat ik daar op inga wil ik eerst heel duidelijk stellen, dat wij in en vanuit onszelf niet de minste mogelijkheid hebben om de Heere te behagen en tot eer van Zijn Naam te leven. Laat staan dat wij in staat zouden zijn om de verzoekingen te weerstaan en de overwinning te hebben op de zonde in ons leven. In en vanuit onszelf zijn wij daartoe niet in staat. Sterker nog: het is ons totaal onmogelijk weerstand te kunnen bieden aan de zonde, en het normale christelijke leven te kunnen leven! Ik lees in Romeinen 7 : 15, dat Paulus dat haarfijn verwoordt. En misschien dat u dat met mij kunt lezen, Romeinen 7:15. Hij zegt daar:
Schriftlezing: Romeinen 7 : 15:
“Wat ik teweeg breng doorzie ik niet. Want niet wat ik wil dat doe ik, maar wat ik haat dat doe ik. En als ik dat doe wat ik niet wil, val ik de wet bij dat zij goed is. Nu ben ik echter niet meer die dit teweeg brengt, maar de zonde die in mij woont. Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, niets goeds woont! Immers het willen is er bij mij wel, maar het goede uitwerken, het goede teweeg brengen, dat vind ik niet; dat kan ik niet. Want het goede dat ik wil doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ik!”
M.a.w., broeders en zusters, wat zegt Paulus hier? ‘Ik wil het goede wel doen! O ja, ik wil het goede wel doen! Maar in mij is geen goed! En daarom ben ik niet in staat om het goede te doen! Ik ben één al opstand! Ik verlang naar de uitleving van mijn eigen zondige hartstochten! Ik voel me als een magneet aangetrokken tot de zonde! Ik voel me als en magneet aangetrokken tot alles wat in strijd is met Gods Heilig Woord en met Gods heilige wil, en Gods heilig Wezen! Nou, met die constatering dat ik zelf niets kan, stopt het niet mee! We weten dat we als kinderen van God bewoond worden door de Heilige Geest! De Heilige Geest Die het leven van God in ons wil uitwerken. De gezindheid van de Heere Jezus Christus wil door de Heilige Geest in ons uitgewerkt worden. En daarop moeten we vertrouwen. De Heere Jezus is de Wijnstok: “Wie in Mij blijft en Ik in hem die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen!” (Johannes 15:5) Helemaal niets! Hebt u het goed gehoord? "Zonder Mij kunt gij niets doen!" zegt de Heere Jezus. Wij hadden liever gehad dat de Heere gezegd zou hebben: ‘zonder Mij kunt u niet veel doen’; en dat Paulus gezegd zou hebben: ‘ik weet dat in mijn vlees niet veel goeds woont!’ Want dan zat er tenminste nog iets bij, nog iets goeds; dan waren we toch nog tot iets goeds in staat. Maar die mogelijkheid wordt volledig afgesneden. Er is in mij geen goed; ik ben tot geen goed in staat; ik kan buiten Christus niets goeds doen. Zonder, los van Christus, buiten Hem om, ben ik er niet toe in staat. Nou deze erkenning is een uitermate belangrijke opstart voor het normale christelijke leven. U weet: Romeinen 8, het leven door de Geest, het heiligingsleven, dan heb je het over het overwinningsleven: wordt vooraf gegaan door Romeinen 7. Waar Paulus zegt: “Ik ellendig mens? Wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods? En wat ik wil doe ik niet; en wat ik niet wil dat doe ik wel! Ik ben tot alle kwaad geneigd!” Let er goed op: het is niet zo maar dat Romeinen 7, deze boodschap, voor Romeinen 8 staat. Let goed op, dan gaat u het leren in uw leven, en misschien wel langs een harde weg; een pijnlijke weg. Het begint met de erkenning dat je het buiten jezelf moet zoeken, niet in jezelf. Want in jezelf vindt je een onpeilbare afgrond van duisternis waar geen goed in te vinden is! Als wij de Heere Jezus, nogmaals, in eigen kracht willen navolgen, duurt het niet lang of we lopen vast en raken gefrustreerd en overspannen, en worden teleurgesteld. En het zal niet lang duren of we komen vast te zitten in de zonde, en na verloop van tijd haken we af. En we zeggen: ‘het is te hoog gegrepen; idealistisch; het zou zo moeten zijn!’ ‘Ja, we weten wel dat de Bijbel zo over het huwelijk spreekt, maar we weten allemaal dat het zo niet werkt!’ ‘We zouden een christen moeten zijn, maar ja, we weten allemaal wel dat het zo niet werkt!’ En je passeert datgene wat de Heere God van je vraagt! Dat komt voort uit je duister hart! Dat wordt gezegd door mensen die het in eigen kracht doen; die het van zichzelf verwachten. Het gaat er dus om, om niet op eigen kracht en kunnen te vertrouwen, maar het gaat er om dat we gaan leven door de Geest, gaan wandelen door de Geest. Galaten 5:16, wilt u dat eens met mij lezen, Galaten 5:16. Het is in Galaten 5:16 dat de apostel schrijft:
Schriftlezing: Galaten 5 : 16:
“Wandel door de Geest, en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen!”
Staat dat bij u ook zo? Nog een keer: “Wandel, of leef, door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees (dat is de oude mens, de zondige mens) niet volbrengen!” Of zoals een andere vertaling zegt: “Wandel door de Geest en u zult voldoen aan het begeren van het vlees!” (Galaten 5:16) Wandel door de Geest! Weet u, de wandel naar het vlees, dat is de domper op alle vreugde en op alle levensblijdschap. Het leven door de Geest, dat is de blaasbalg van Gods vreugde in uw en in mijn leven. Het leven door de Geest, de wandel door de Geest, is Gods blaasbalg van de vreugde, Zijn blijdschap in uw en in mijn leven. Het leven door het vlees staat voor een ongelukkig leven; het leven door de Geest staat voor een gelukkig leven. Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. Wat is dat nu, leven door de Geest: hoe doe je dat? Nou, ten eerste duidt het op een leven in vertrouwen op de bijstand van de Heilige Geest! M.a.w.: leef in constante afhankelijkheid van de Heilige Geest. Vertrouw op Hem bij alles wat u doet. Als je werkelijk gelooft dat er in en uit jou zelf niets goeds kan voortkomen wat Gods goedkeuring kan wegdragen…..; als je werkelijk gelooft dat je buiten Christus niets goeds kan doen, dan drijft je dat uit naar de Heere, dan brengt je dat op de knieën, en dan ga je het alles van Hem verwachten en niet meer van mezelf. Leven door de Geest! Ten eerste is dus dat een leven in volstrekte afhankelijkheid, bewuste afhankelijkheid van de Heere! Je vraagt Hem om door u heen te werken; om in en door u heen te bidden! Kijk, als ik straks mijn kleinzoon een tennisracket voor zijn verjaardag geef, dan is de kans groot dat wij samen het veld opgaan, de grasmat opgaan, en dat ik een bal op hem afsla, en dat hij die bal mist! Dat is een grote prestatie voor hem, dat weet ik nu al. De manier om hem te leren hoe hij een bal goed op zijn racket te krijgen is wanneer ik achter hem ga staan; ik geef hem die racket in zijn handen, ik sta achter hem en; ik buig mij over hem heen, en zeg: “Joh, ontspan je, en opa doet het voor jou!” En ik leg mijn handen op zijn handen en die bal komt aan, en hij is ontspannen en volgt mee en ik sla die bal weg! Dat is in feite waar het op aan komt in het leven door de Heilige Geest! Ontspannen, relaxed; je hoeft het zelf niet te doen! Want je vertelt de Heere niets nieuws. Je kunt het zelf niet doen. De Heere zegt: “Laat Mij het door jou doen; ontspan je maar; ontspan je maar!” Verwacht alles maar van de Heere. Je hoeft in het Koninkrijk van God en van de Heere Jezus niet op je tenen te lopen. Je hoeft je niet ik weet niet wat: de naad uit je kous te werken, om het zo maar eens te zeggen, in dingen die je misschien helemaal niet kan. Je mag in eenvoudige onderwerping aan Zijn wil leven, in het vertrouwen op de bijstand van de Heilige Geest. Nogmaals: in en uit onszelf kunnen we de Heere niet behagen. Dat moeten we erkennen, en door vervolgens ons op Hem te verlaten. Zeg: “Heere, ik kan het niet. Ik kan niet die vrouw voor mijn man zijn; ik kan niet als de gemeente zijn, zoals de kerk is in Christus. Ik kan het niet, Heere!” “Daar wil Ik je hebben. Zo kan Ik het door jou doen!” En andersom: “Ik kan mijn vrouw niet liefhebben zoals Christus de gemeente liefheeft: Heere, ik kan het niet! Ik kan mijn vrouw niet lief hebben zoals U de kerk lief hebt!” “Goed, dat weet Ik ook, maar Ik kan het door jou wel!" En daar komt het op aan, dat we daar aan ontdekt worden dat we alle eigen kunnen en eigen kracht en pogingen opgeven, en zeggen: “Heere, Ik kan het niet; U moet het in en door mij doen!” Aan de Filippensen schrijft de apostel Paulus: “Want het is God die in u werkt, zowel het willen als het werken naar Zijn welbehagen!” Hij is het die het willen en het werken in u werkt! En het gaat daar om levensheiliging, in Filippensen 2:13; het gaat daar om levensheiliging; de gezindheid van Christus: God is het die het doet! Een ander voorbeeld! Stel je voor, op het voetbalveld; mijn been is geblesseerd, ik lig daar, ik probeer om op te staan uit alle macht; het lukt me niet; ik val weer neer. Ik probeer het nog een keer, het lukt mij weer niet. De trainer komt aangelopen, die helpt mij, met nog iemand, op de been. Ze leggen hun armen over hun schouders, en zo lang ik maar op hun steun kom ik van het veld af. Zolang ik het zelf doe, en zelf probeer, dan zak ik weer door mijn benen heen. Ik zal volledig op hen moeten steunen. Dat is precies het idee in het leven door de Geest: wandel door de Geest, vertrouw op Hem, steun op Hem! En bij hoeveel christenen gat het niet andersom? De Heere zegt: “Steun maar op Mij; je kunt het zelf niet, Ik zal het voor jou doen!” Wij zeggen, ja misschien zeggen wij het niet met zoveel woorden, maar non-verbaal is het dat wij met ons leven zeggen: “Bedankt Heere, voor het aanbod, maar ik doe het zelf wel!” Of als een klein kind dat zegt: “Zelf doen; ikke zelf doen!” Dat zit er al heel jong in. Nou: dat moeten we afleren. Niks ‘ikke zelf doen’. Als wij ooit het normale christelijke leven willen leven, dan zullen we bij alles enkel en alleen op de Heere moeten vertrouwen. Ik bedoel dat wij in het geloof uitstappen en in kinderlijk vertrouwen gaan doen wat de Heere van ons vraagt. De Heere zegt het; ik kan het niet; ik beken. De Heere zegt: “Doe het maar!” En in vertrouwen op de Heere gaan we naar Zijn Woord leven; gaan we Zijn Woord doen; gaan we Zijn Woord gehoorzamen! Wacht niet op één of andere emotionele ervaring, maar dien de Heere. Dien de Heere door eenvoudige geloofsgehoorzaamheid aan Zijn Woord. En op Hem kun je blindelings aan. De Bijbel zegt over de Heere: “Hij is geen man dat Hij liegen zou, of een mensenkind dat Hij ergens berouw over zou hebben. Zou Hij iets zeggen en dan niet doen? Zou Hij spreken en het niet gestand doen?” M.a.w.: als de Heere God iets van je vraagt, dan vraagt Hij niet het onmogelijke. Doe het maar in vertrouwen op Hm. Laat de consequenties maar aan Hem! Maar doe het! Moge God in Nederland een leger van mannen en van vrouwen geven die zo naar het Woord en de wil van God leven, in volkomen afhankelijkheid van de Heere. Volkomen afhankelijk naar het Woord van God leven. Dat betekent dus niet dat je maar lijdelijk en passief moet blijven afwachten. Dat vertrouwen kom je niet zo maar aanwaaien. Integendeel! Dat vertrouwen dat is iets wat geoefend moet worden. De Heere schakelt je nooit uit. Dat gebeurt in sekten, in vreemde groeperingen. Daar hoef je zelf niet meer te denken; je hoeft alleen maar als een robot te gaan. De Heere schakelt je niet uit, de Heere schakelt je in! Je moet een begin maken met het doen van Gods Woord in je leven! Toen Petrus over het water liep moest hij 1: opstaan; moest hij 2: zijn benen over de rand van de boot doen, en 3: hij moest op het water gaan staan; hij moest zijn voeten op het water zetten. En hij was welwillend om het te doen! Nu, iedereen in die boot die wist: Petrus kan niet over water lopen; mensen lopen door het water maar niet over het water. En toch liep Petrus die dag over het water! Hoe kan het dat hij over het water liep? Nou, de Heere had gezegd: “Kom!” Kom! En hij ging daarna niet redeneren: ‘dit kan niet, de natuurwetten zijn tegen mij!’ Nee, hij trekt zijn kleren omhoog, staat op, zet zijn voeten overboord op het water, en hij gaat, ziende op Jezus! En op het moment dat hij op de storm ging letten, viel hij als een baksteen in de diepte. Maar hij handelde op basis van het Woord van de Heere Jezus Christus. Lieve mannen en vrouwen: zou u uw voeten op het water willen zetten? Zou je je voeten op het water willen zetten? Zou je maar gewoon gehoorzaam willen worden? Als de Heere iets zegt: “Kom, zet je voet op het water! Doe het!” Waarom? Omdat het de Heiland is, Die tot je spreekt het van je vraagt!
Het tweede aspect van het leven door de Geest is dat wij leven in het bewustzijn van Gods tegenwoordigheid! Leven in het bewustzijn van Gods tegenwoordigheid! Niet alleen vertrouwen wij op de bijstand en op de kracht van de Heere, maar wij leven in de invloedssfeer van de Geest. Hij is bij ons, wij zijn bij Hem, en zo hoort het te zijn. Een kind van God en de Heilige Geest van Jezus zijn onafscheidelijk. Onafscheidelijk! En praktisch wil dat zeggen dat wij ons oriënteren op de dingen van de Geest. Dat wij in de praktijk van ons dagelijks leven gericht zijn op Jezus! Hij is ons oriëntatiepunt; het brandpunt; wij zijn op Hem gericht; wij zijn voortdurend in relatie, in contact met Hem. Het betekent dat wij dagelijks bezig zijn om onze relatie met de Heere te verdiepen; of anders gezegd: om onze relatie met de Heere op een hoger niveau te brengen; om vertrouwelijk te worden met de stem van de Goede Herder. Zodat je Zijn Stem tussen al die andere bijpraters weet te onderscheiden. Omdat je zo vertrouwd bent met Zijn stem, en je oefent je daarin, dag in dag uit! Het moet aan ons te horen zijn, aan ons te zien zijn, aan ons te ruiken zijn, dat wij leven in de tegenwoordigheid van Jezus. Want dan wordt de geur van Christus in je leven opgemerkt. Het leven door de Geest is vertrouwen op Gods kracht; leven in Zijn tegenwoordigheid. Paulus schrijft aan de Kolossenzen: “Als u nu met Christus opgewekt bent doet dan de dingen die boven zijn waar Christus is, Die aan de rechterhand van God is! Bedenk de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn! Want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God!” Weet u, het is een wetmatigheid dat de mens zich gedraagt naar hetgeen waar hij zich in zijn gedachten me bezig houdt. Zijn dat wereldse zaken dan ben je een wereldse christen; zijn dat geestelijke zaken dan ben je een geestelijk christen. Waar zijn we mee bezig? Waar ben je op georiënteerd? Ik heb laatst gelezen dat een mens voor 99 % van de tijd aan zichzelf denkt! 99 % denkt de mens aan zichzelf. Steeds maar bezig: ‘hoe kom ik over; hoe denken ze over mij? Wat is er toen over mij gezegd?’ O, we zijn daar zo mee bezig! Het gaat allemaal om ons! Dat is misschien en verklaring waarom zovelen zo onchristelijk zijn, en zo vleselijk zijn! En mens datgene wat hij denkt. Denk je heel veel aan jezelf: jijzelf bent verkocht onder de zonde, wat komt dat terug in je leven! Ben je vol van Christus, ben je georiënteerd op Hem, dan komt dat ook terug in je leven: “Wandel door de Geest, en u zult niet voldoen aan het begeren van het vlees!”
Tot slot! Tot slot nog een puntje! Nog een punt! Een vierde fundamentele stap om in de praktijk van het christenleven de vreugde van de Heere te ervaren, is het ontvluchten van verzoekingen; het ontvluchten van verzoekingen. Het begint bij het kennen van je positie; vervolgens: de onderwerping van je wil; ten derde: leven door de Geest, wandel door de Geest; en de vierde concrete stap is: ontvlucht verzoekingen. De Heilige Geest Die in ons woont, leidt ons er toe om alles wat in strijd is met Gods Woord en wil te ontvluchten. Laat ik het meteen maar zeggen: je bent geen lafaard op het moment dat je voor de zonde op de loop gaat. Mijn advies is: ren zo snel als je benen je dragen kunnen! Dat is eigenlijk het enige concrete wat we kunnen doen: ren voor je leven, alsof de duivel op je hielen zit! En in zekere zin doet hij dat ook! Is het meestal niet zo dat wij aan de verleidingen toegeven, nadat wij er mee gespeeld hebben? Meestal is het zo dat we de zonde wat uitdagen, dat we het leuk vinden met de zonde, dat we er naar kijken, dat we er over dromen, dat we ermee bezig zijn. En uiteindelijk resulteert het in zonde. De geestelijke strijd om Gods kinderen onderuit te halen is in volle gang! Hoevelen verblijven niet op plaatsen waar lustgevoelens geprikkeld en opgewekt worden. We bezoeken plaatsen en sites waar de verzoekingen voor de hand liggen; en we zoeken ze uit eigener beweging op. We doen het zelf. En we voeden onze geest, de begeerte van de ogen, en een hovaardig leven door allerlei bladen die we naar ons toe halen. En we dromen over: ‘ja, als ik dat nog heb, en dat nog!’ En heb jij dat ding, dan o: weer een volgend ding! Nooit genoeg! Altijd meer en meer! We zoeken het dikwijls uit eigen beweging op en stellen ons daarmee open voor allerlei satanische aanvallen. De Heere zegt: “Scheidt u af! Loop erbij weg! Kijk er niet naar! Zoek het niet op! Lees het niet! Luister er niet naar! Gebruik het niet! Werp het weg! Ren voor je leven! Vlucht!” Ook zijn er christenen die voor hun ontspanning met niet-christenen omgaan. Begrijp me goed: ik geloof dat kinderen van God goede relaties moeten onderhouden met niet-christenen, om hen uiteindelijk de liefde van Christus te kunnen bewijzen, en hen Christus te kunnen leren. Daar gaat het niet om, hier. Maar er zijn er die voor hun ontspanning met niet-christenen omgaan, en hele avonden zich dubbel lachen om allerlei holle en lege grappen. En aan het einde van zo’n avond is diezelfde christen leeg en hol, omdat hij zich zo heeft moeten bescheuren om al die leegheid, dubbelzinnigheid en holheid. De Bijbel zegt: “Jaag de rechtvaardigheid na: geloof, liefde en vrede!” En dan zegt hij: “Samen met hen…;” Met wie: “Samen met hen die de Heere aanroepen uit een rein hart!” Daarmee wordt het belang van de christelijke gemeenschap onderstreept; het belang om elkaar op te zoeken; om met elkaar te leven; om met elkaar de Heere te zoeken. Keer op keer roept de Heere ons op voor de zonde op de vlucht te gaan. Ik wil een viertal teksten met u lezen. Ik lees ze u voor, u kunt ze eventueel opschrijven. In 1 Korinthe 6:18 zegt de Heere:
Schriftlezing: 1 Korinthe 6 : 18:
“Vlucht weg van de hoererij! Vlucht! Elke zonde die en mens doet blijft buiten het lichaam, maar wie hoererij bedrijft zondigt tegen zijn eigen lichaam!”
U weet hoererij is de vertaling van het Griekse woordje porneia, waar ons woord pornografie vandaan komt. Het gaat om alles wat te maken heeft met buitenechtelijke seksuele omgang. De Bijbel zegt: “Vlucht weg daarvoor!” Vlucht weg, voor alle verzoeking, ook wat daartoe verleidt. Zet het op een lopen! Kan hij zich niet beheersen: zet het op een lopen!
“Wat doe je nou, lieve schat?”
“Ik ontvlucht het!” zeg je dan.
“Wat doe je?”
“Ik ben de Heere gehoorzaam!”
In 1 Korinthe 10:13 lezen we:
Schriftlezing: 1 Korinthe 10 : 13:
“Meer dan en menselijke verzoeking is u niet overkomen, en God is getrouw, Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt. Maar Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, om die te kunnen doorstaan!”
M.a.w.: de Heere zal er voor zorgen dat u niet bovenmate verzicht wordt, en met de verzoeking zal Hij ook kracht geven om daardoor heen te komen. Maar onmiddellijk daarop staat deze tekst, in 1 Korinthe 10:13. Maar dan zegt vers 14:
Schriftlezing: 1 Korinthe 10 : 14:
“Daarom mijn geliefden: vlucht weg van de afgoderij!”
Vlucht! Zet het op een lopen! Als Paulus in 1 Timotheüs 6 over geldzucht spreekt, zegt hij: “Geldzucht is de wortel van alle kwaad!” Niet het geld maar de zucht naar geld, dat is een wortel van alle kwaad!
Schriftlezing: 1 Timotheüs 6 : 10:
Geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daar naar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof en hebben zich met vele smarten doorboord. U echter, o mens Gods: ontvlucht deze dingen! Jaag naar gerechtigheid, Godsvrucht, geloof, liefde, volharding, en zachtmoedigheid!”
Jaag! Vlucht weg van de weg hoererij! Vlucht van de afgoderij! Ontvlucht de geldzucht! En in 2 Timotheüs 2 zegt de apostel:
Schriftlezing: 2 Timotheüs 2 : 22:
“Ontvlucht weg van de begeerte van de jeugd. Ontvlucht het!”
Er zijn christenen die de gegroeide gedachte hebben dat zij sterk genoeg zijn om zich met de verzoeking in te laten. Dat is natuurlijk een dwaasheid. Zo iemand heeft geen benul van eigen zwakheid. Dat is spelen met vuur uit de hel. De Heere weet beter dan wij zelf hoe verschrikkelijk zwak wij zijn, en daarom dat Hij ons sommeert: “Ben jij een kind van God? Ben jij een kind van God? Geloof je dat je uit genade en door het geloof vergeving van zonden hebt ontvangen!” Een kind van God dus; en dan sommeert de Heere jou en mij: “Ontvlucht de verzoekingen! Zet het op een lopen! Blijf daar bij uit de buurt!” En nu moet er in alle eenvoud concreet gehoorzaamd worden aan dit bevel van de Heere. Doe alles wat in je vermogen ligt om het te ontvluchten. Herinnert u zich de geschiedenis van Jozef, ver van huis, wel 400 kilometer. En daar in Egypte doet zich werkelijk een volmaakte gelegenheid voor om zijn natuurlijke lusten en verlangens bot te vieren. Geen sterveling had het ooit behoeven te weten. De vrouw van Potifar was blijkbaar een zeer aantrekkelijke, een begerenswaardige vrouw. En ze nodigde Jozef uit: “Kom bij mij!” “Wat een buitenkansje!” roept de wereld. “Je zou gek zijn om het niet te doen! Sufferd om er niet op in te gaan. Zo’n prachtige vrouw die zegt: ‘breng de nacht met mij door!’ Natuurlijk, een gezonde vent doet het. Ja toch?” zo roept de wereld. Maar de Bijbel zegt dat zij hem bij zijn kleed pakte, en zei: ‘slaap met me!’ Maar hij liet zijn kleed in haar hand achter, en vluchtte en ging naar buiten. Jozef deed precies wat de Heere, wat Paulus wat al die voorgaande teksten zeggen. Hij vluchtte. Zou jij dat een volgende keer ook doen: vluchten. Iedere keer als de verzoeking komt: gooi er een plens water over!
Dat zijn de vier stappen. Ken je positie in Christus; onderwerp je wil aan de wil van God; wandel door de Geest, en ontvlucht de verzoeking! Dat zijn de vier stappen die ons kunnen bewaren en beschermen tegen geestelijke valpartijen. Wat gebeurt er nu wanneer wij wel zondigen, en wij een nederlaag lijden? Wat gebeurt er als ik zondig?
Dat is het onderwerp waar we het de volgende keer over zullen hebben. Wat gebeurt er als ik zondig. Tot zo ver deze vier stappen.
Plaats: Bommelerwaard
Thema: Volkomen vreugde! 2
Datum: 22 mei 2012
Tekst: Romeinen 6 : 12 - 14
Beluisteren Lezing >>
Beluisteren Vragenbeantwoording >>
Opslaan of printen Lezing in PDF >>
Wilt u reageren op de lezing dan kunt u mailen naar: [email protected]
“Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen. En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet maar onder de genade!”
Goedenavond allemaal!
Het is fijn om weer in jullie midden te zijn om samen en gedeelte uit het Woord van God te kunnen overdenken. In onze voortgaande studie hebt u kennis kunnen nemen van een zeer belangrijk punt: een gelukkig en een blijmoedig christenleven. En het belangrijke principe is dat blijdschap en levensheiliging onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Waar het één is, is het ander. Daar waar iemand groeit in de genade en de kennis van de Heere Jezus, daar zal ook geluk zijn; waarachtig geluk. God is de bron en de oorsprong van alle blijdschap. We zullen deze blijdschap, deze blijdschap van Goddelijke oorsprong, ervaren wanneer ons leven overeenkomt met Gods Woord en beeld. Deze blijdschap en vreugde wordt alleen dan beleeft, wanneer de praktijk van ons dagelijks leven overeen gaat komen met onze positie die wij hebben in de Heere Jezus Christus. Wij hebben de laatste keer geleerd, dat overwinning op de zonde, het terugdringen van de zondemacht in ons leven, zal gerealiseerd worden wanneer ik verkeer in de blijdschap van de Heilige Geest. En dat begint bij het kennen van onze positie, weten wie je bent in Christus voor een driemaal Heilige God! Ken je positie! En deze positie wordt in Romeinen 6 diepgaand uitgewerkt. We zijn in Christus gedoopt; m.a.w.: de Heilige Geest heeft ons in Christus gedoopt en ons geïdentificeerd, of: vereenzelvigd, met doop, begrafenis en ook opstanding van onze Heere Jezus Christus! En wanneer wij gelovigen zijn in Christus, dan zijn wij positioneel onder het hemels recht juridisch door voor koning zonde. De zondemacht heeft het niet langer voor het zeggen in ons leven. Wij hoeven de zonde niet langer te gehoorzamen; wij hoeven niet langer op zijn bevelen in te gaan. Die zondemacht heeft geen autoriteit meer over ons. Op basis van onze geloofsverbondenheid met de Heere Jezus Christus en onze positie in Hem, weten wij dat de overwinning op de zonde mogelijk is! Sterker nog: wij hoeven niet meer te zondigen. Er is geen reden meer om te zondigen. Sterker nog: de zondemacht is gebroken! De zondemacht is zijn kracht ontnomen! Let goed op: de Heere Jezus heeft niet alleen de schuld van onze zonde betaald; Hij heeft niet alleen de straf op onze zonde gedragen. Nee, onze Heere Jezus Christus heeft ook de zondemacht aan het kruis en door Zijn Opstanding uit de doden gebroken. Koning zonde is en verslagen vijand. Romeinen 6 : 6 zegt:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 6:
“Dat het lichaam der zonde zijn kracht is ontnomen!”
M.a.w.: de Heere heeft ons niet alleen verlost van de zondeschuld, maar ook heeft Hij voorzien in de mogelijkheid om de overwinning te hebben op de zondemacht in ons leven, waardoor de zondemacht wordt terug gedrongen en Gods genade en kennis van Christus in ons leven manifest wordt, zichtbaar wordt! En de eerste praktische stap naar dat leven, naar dat heiligingsleven, is het kennen van onze positie: je moet weten wie je bent; weten wie je bent in de Heere Jezus Christus voor een driemaal heilig God! Alleen zo kan de Heere God aan Zijn eer komen en kan Hij verheerlijkt worden in ons leven. Dat is de eerste stap.
We zijn toegekomen aan de tweede stap, en die tweede stap luidt, naast: ken uw positie, nu stap 2: onderwerp uw wil. Dus één: ken uw positie, en twee: onderwerp uw wil! Paulus schrijft in zijn brief aan de Romeinen, in hoofdstuk 6 : 12. Misschien dat u het even met mij kunt opzoeken.
Schriftlezing: Romeinen 6 : 12 t/m 14:
“Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen. En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet maar onder de genade!”
In deze verzen, broeders en zusters, wordt een appèl gedaan op onze wil. We worden op onze verantwoordelijkheid aangesproken. De apostel zegt driemaal toe: “Stel u..!” “Stel u …!” dat is een daad van de wil. De eerste stap tot overwinning is: ken uw positie, en de tweede stap is: onderwerp uw wil! En dat is iets wat u en ik moeten doen! Sommige gelovigen zeggen: “Ja, maar ik kan geen overwinning hebben over de zonde in mijn leven! Ik kan niet leven zoals de Heere God dat van mij vraagt!” Nou, misschien moeten we eerlijk wezen, en misschien moeten we erkennen, en er niet omheen draaien, door te zegen dat de Heere God te hoge eisen stelt, en dat we niet uit Zijn woord kunnen lezen. Maar verantwoordelijkheid nemen, en zeggen: “Eigenlijk wil ik niet leven zoals de Heere God dat van mij vraagt!” In plaats van: ‘ik kan het niet!’ Want daarmee beschuldigen wij de Heere God dat Hij het onmogelijke van ons vraagt; en dat het een onmogelijke opdracht is om werkelijk als kind van God in deze wereld te leven. Het is wel degelijk mogelijk om levensheiliging te kennen. Het is wel degelijk mogelijk dat de zondemacht in je leven wordt terug gedrongen. Het is wel degelijk mogelijk om in deze wereld als kind van God te leven, anders zou de Hemelse Vader dat niet van ons vragen. Al Gods bronnen staan tot onze beschikking; en de kracht van de Heilige Geest Die in ons woont wil u helpen in deze geestelijke strijd. Daarbij hebben we Gods genade en kracht, en daar mogen we uit putten. En die kracht van de Heere mogen wij uit genade aan de Heere vragen, of de Heere ons wil zegenen in de navolging van de Heere Jezus Christus. Nu, die tweede stap om onze wil te onderwerpen wordt in Romeinen 6:13 voorgehouden als: “Stel u ten dienst van God!” Stel u ten dienste van God; stel uw leden! Ziet u dat er over uw leden wordt gesproken? Met ‘leden’ wordt bedoeld: al onze ledematen. Je ogen, je oren, je neus; al je ledematen, je zintuigen. De totaalstand van je leven stel dat niet langer ten dienste van de zonde; dien niet langer de zonde daarmee; stel je zintuigen niet langer bloot aan de invloed van de macht van de zonde. Maar stel ze ten dienste van God, als mensen die dood zijn geweest maar thans leven! Dat is Gods wil voor u en voor mij. Nou wat bedoelt de Heere God nu als Hij zegt: “Mijn zoon, mijn dochter, stel u….!” Laten we deze oproep om je leden te stellen eens wat nader uitwerken door Bijbels Schrift met Schrift te vergelijken. En als u even doorbladert naar Romeinen 12, dan leest u daar, Romeinen 12 : 1, daar lees je hetzelfde woordje
Schriftlezing: Romeinen 12 : 1:
“Ik roep u er dan toe op broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst!”
Nou, dat woordje ‘stelt’, dat mag je ook vertalen met: ‘wijdt jezelf aan Hem toe!’ Geef uzelf aan Hem over; biedt uzelf aan de Heere aan; geef je rechten op. M.a.w.: dit is en directe oproep tot een volkomen overgave aan de wil Gods voor ons leven geef jezelf over. Dat wil zeggen dat ik mij zelf, met heel mijn hebben en houden, ja de totaalstand van mijn leven….; dat is mijn persoonlijk leven, het sportleven, mij gezinsleven, mijn familieleven, mijn werkzame leven, mijn gemeenteleven, mijn seksuele leven, mijn vrijetijdsleven, mijn ontspanningsleven…..; noem maar op; ik heb het op een rij gezet, tel het allemaal op, in ieder geval het totaal van mijn leven. En de Heere zegt: “Zou je dat nu willen overgeven aan Mij! Zou jij je wil in alles aan Mijn Wil willen onderwerpen?” Dat is wat de Heere hier vraagt: “Zou je dat alles ten dienste willen stellen van Mij!” Niet langer ten dienste van koning zonde, maar ik roep je op: stel nu in antwoord op alles wat God voor jou heeft gedaan, al Zijn ontfermingen, al die barmhartigheden waar je deel aan hebt (‘alles wat Ik voor jou heb gedaan!’): “zou jij nu je leden, de totaalstand van je leven, aan Mij willen overgeven?” Uitleveren! Dat is wat de Heere hier vraagt: opgeven, loslaten van je eigen wil en je overgeven aan de wil Gods voor je leven. We bidden: “Uw wil geschiede in de hemel alzo ook op de aarde!” Alzo ook in mijn leven. Op de aarde, dat betekent in de eerste plaats dat ik Gods wil doe in mijn leven. Dat is met de woorden van een lied uit de bundel Johan de Heer: “Neem mijn wil en maak hem vrij, dat hij u geheiligd zij. Maak mijn hart tot Uwe troon, dat Uw Heil’ge Geest er woon!” Nou, dat is nu precies wat de Heere hier in Romeinen 6:13 van ons vraagt: “Stel uw leden ten dienste van God!” M.a.w.: geef je geheel en al aan de Heere over. Dat is wat Hij van ons vraagt. Geef u geheel en al over. Hijs de witte vlag, met andere woorden: “Geef u over! Biedt niet langer weerstand! Buig voor God, voor Zijn aanspraak op uw leven. Nu dat bevel, om je leden te stellen op dat totaalpunt van je leven over te geven, de manier waarop dat is gegeven, wijst op een eenmalige beslissing in je leven. Het wijst erop wat er op en bepaald moment in je leven plaats vindt. Ik weet het nog goed, ik was jong, niet zo lang nadat ik tot geloof was gekomen in de Heere Jezus. Ik weet nog dat ik voor mijn bed ben geknield en mij geheel en al heb over gegeven aan de Heere. En sindsdien komt de Heere daar regelmatig op terug. Op het moment dat ik iets wil doen wat tegen Zijn heilig Woord, Zijn heilige wil, Zijn heilig Wezen in ga, komt de Heere als het ware bij mij: “Maarten, weet je nog? Toen en toen? Toen heb je je helemaal aan Mij over gegeven! Maarten, je bent niet langer van jezelf; je bent van Mij!” En de Heere komt iedere keer terug op de beslissing die ik toen genomen heb. En dat blijkt ook uit de tekst, uit de taal, uit de grammatica, dat het en eenmalig wilsbesluit is om je geheel en al uit te leveren aan de Heere God. Natuurlijk zijn er momenten van dagelijkse bekering; natuurlijk is er een dagelijks gehoorzaam worden aan de Heere, en je dagelijks over geven aan de wil van God. Natuurlijk dat is er ook! Ik geef mij een keer geheel en al restloos over aan de Heere, en stel ik mijn leden ten dienste niet langer van koning, maar van Koning Jezus. En de dagelijkse bekering bestaat daar uit dat ik dat ik elke dag opnieuw geconfronteerd word met dingen die niet goed zijn, en er opnieuw voor kies om de wil van God te doen voor mijn leven. Maar die eenmalige overgave dat is een eenmalig iets, wat niet herhaald hoeft te worden. Mijn oudste zoon werkt in het leger; hij heeft zich op een bepaald moment aangemeld; hij kreeg formulieren van het ministerie van Defensie, die moest hij invullen; hij moest door een test heen; en op een bepaald moment werd hij aangenomen en beloofde hij trouw aan zijn superieuren, trouw aan land en de koningin! Al doet hij heus wel eens een keertje wat in zijn verantwoordelijkheid als soldaat wat niet in overeenstemming is met wat zijn superieuren willen. Moet hij zich dan weer opnieuw aanmelden? Moet hij het dan weer opnieuw zeggen: ‘ja, ik stel mij weer onder uw bevel!’? Welnee! Hij is in dat leger; hij is onder dat gezag. Het enige wat hij hoeft te doen op dat moment is te erkennen dat hij fout is geweest, maar hij behoeft zich niet opnieuw aan te melden. Zo is dat ook voor ons als kinderen van God: eens over gegeven, oprecht, onder het overtuigende werk van de Heilige Geest, dat is altijd over gegeven.
Nu zijn er gelovigen die komen tot de Heere Jezus Christus; die hebben deel aan de barmhartigheden en de ontfermingen van de Heere, maar zij geven zich niet over. Zij leiden jarenlang een dor en droog geestelijk leven, met weinig werkelijke, sprankelende vreugde. Zij leven het leven…..; maar de Heere Jezus zei niet: “Ik ben gekomen opdat zij leven hebben!” Leven, eeuwig leven: geweldig! Maar de Heere Jezus zei: “Ik ben gekomen opdat zij leven hebben, en overvloed!” En het overvloedige leven, waar vreugde de toonzetting is, wordt ervaren in die levens van die mannen en die vrouwen, is, nadat zij deel hebben gekregen aan de barmhartigheden en de ontfermingen van de Heere, hun leden, de optelsom van hun leven hebben over gegeven aan de Heere. Heeft u dat gedaan? Heb jij dat gedaan? Sommigen hebben alleen maar een gedeelte over gegeven en de rest houden ze voor zichzelf. Maar het gaat hier in de tekst van Romeinen 6:13 over: volkomen overgave, hijsen van de witte vlag; dat je zegt: ‘ik zie af van mijn rechten; ik zie af van mijn wil! Vanaf dit moment gaat het niet meer om mijn rechten, gaat het niet meer om mijn wil, maar het gaat om de wil Gods in mijn leven!’ En het mooie is als de wil van God in ons leven uitgeleefd wordt wij gelukkige mensen zullen zijn. De Heere Jezus zei: “Indien iemand achter mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij!” Natuurlijk betekent dat niet dat ze nooit meer de fout ingaan. De Bijbel zegt: “Indien wij geen zonde hebben zo misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet!” Daar heeft het dus mee te maken; het heeft er mee te maken dat we weten wie we zijn in de Heere Jezus Christus. En ten tweede dat wij de totaalstand van ons leven hebben over gegeven aan de Heere God, en dat wij het dus niet langer van onszelf verwachten hier in! Dus: ken uw positie, onderwerp u aan de wil Gods voor uw leven.
Nu, de derde stap tot overwinning en blijdschap in ons leven is een wandel door de Geest. Wandelen door de Geest. Nu, voordat ik daar op inga wil ik eerst heel duidelijk stellen, dat wij in en vanuit onszelf niet de minste mogelijkheid hebben om de Heere te behagen en tot eer van Zijn Naam te leven. Laat staan dat wij in staat zouden zijn om de verzoekingen te weerstaan en de overwinning te hebben op de zonde in ons leven. In en vanuit onszelf zijn wij daartoe niet in staat. Sterker nog: het is ons totaal onmogelijk weerstand te kunnen bieden aan de zonde, en het normale christelijke leven te kunnen leven! Ik lees in Romeinen 7 : 15, dat Paulus dat haarfijn verwoordt. En misschien dat u dat met mij kunt lezen, Romeinen 7:15. Hij zegt daar:
Schriftlezing: Romeinen 7 : 15:
“Wat ik teweeg breng doorzie ik niet. Want niet wat ik wil dat doe ik, maar wat ik haat dat doe ik. En als ik dat doe wat ik niet wil, val ik de wet bij dat zij goed is. Nu ben ik echter niet meer die dit teweeg brengt, maar de zonde die in mij woont. Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, niets goeds woont! Immers het willen is er bij mij wel, maar het goede uitwerken, het goede teweeg brengen, dat vind ik niet; dat kan ik niet. Want het goede dat ik wil doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ik!”
M.a.w., broeders en zusters, wat zegt Paulus hier? ‘Ik wil het goede wel doen! O ja, ik wil het goede wel doen! Maar in mij is geen goed! En daarom ben ik niet in staat om het goede te doen! Ik ben één al opstand! Ik verlang naar de uitleving van mijn eigen zondige hartstochten! Ik voel me als een magneet aangetrokken tot de zonde! Ik voel me als en magneet aangetrokken tot alles wat in strijd is met Gods Heilig Woord en met Gods heilige wil, en Gods heilig Wezen! Nou, met die constatering dat ik zelf niets kan, stopt het niet mee! We weten dat we als kinderen van God bewoond worden door de Heilige Geest! De Heilige Geest Die het leven van God in ons wil uitwerken. De gezindheid van de Heere Jezus Christus wil door de Heilige Geest in ons uitgewerkt worden. En daarop moeten we vertrouwen. De Heere Jezus is de Wijnstok: “Wie in Mij blijft en Ik in hem die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen!” (Johannes 15:5) Helemaal niets! Hebt u het goed gehoord? "Zonder Mij kunt gij niets doen!" zegt de Heere Jezus. Wij hadden liever gehad dat de Heere gezegd zou hebben: ‘zonder Mij kunt u niet veel doen’; en dat Paulus gezegd zou hebben: ‘ik weet dat in mijn vlees niet veel goeds woont!’ Want dan zat er tenminste nog iets bij, nog iets goeds; dan waren we toch nog tot iets goeds in staat. Maar die mogelijkheid wordt volledig afgesneden. Er is in mij geen goed; ik ben tot geen goed in staat; ik kan buiten Christus niets goeds doen. Zonder, los van Christus, buiten Hem om, ben ik er niet toe in staat. Nou deze erkenning is een uitermate belangrijke opstart voor het normale christelijke leven. U weet: Romeinen 8, het leven door de Geest, het heiligingsleven, dan heb je het over het overwinningsleven: wordt vooraf gegaan door Romeinen 7. Waar Paulus zegt: “Ik ellendig mens? Wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods? En wat ik wil doe ik niet; en wat ik niet wil dat doe ik wel! Ik ben tot alle kwaad geneigd!” Let er goed op: het is niet zo maar dat Romeinen 7, deze boodschap, voor Romeinen 8 staat. Let goed op, dan gaat u het leren in uw leven, en misschien wel langs een harde weg; een pijnlijke weg. Het begint met de erkenning dat je het buiten jezelf moet zoeken, niet in jezelf. Want in jezelf vindt je een onpeilbare afgrond van duisternis waar geen goed in te vinden is! Als wij de Heere Jezus, nogmaals, in eigen kracht willen navolgen, duurt het niet lang of we lopen vast en raken gefrustreerd en overspannen, en worden teleurgesteld. En het zal niet lang duren of we komen vast te zitten in de zonde, en na verloop van tijd haken we af. En we zeggen: ‘het is te hoog gegrepen; idealistisch; het zou zo moeten zijn!’ ‘Ja, we weten wel dat de Bijbel zo over het huwelijk spreekt, maar we weten allemaal dat het zo niet werkt!’ ‘We zouden een christen moeten zijn, maar ja, we weten allemaal wel dat het zo niet werkt!’ En je passeert datgene wat de Heere God van je vraagt! Dat komt voort uit je duister hart! Dat wordt gezegd door mensen die het in eigen kracht doen; die het van zichzelf verwachten. Het gaat er dus om, om niet op eigen kracht en kunnen te vertrouwen, maar het gaat er om dat we gaan leven door de Geest, gaan wandelen door de Geest. Galaten 5:16, wilt u dat eens met mij lezen, Galaten 5:16. Het is in Galaten 5:16 dat de apostel schrijft:
Schriftlezing: Galaten 5 : 16:
“Wandel door de Geest, en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen!”
Staat dat bij u ook zo? Nog een keer: “Wandel, of leef, door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees (dat is de oude mens, de zondige mens) niet volbrengen!” Of zoals een andere vertaling zegt: “Wandel door de Geest en u zult voldoen aan het begeren van het vlees!” (Galaten 5:16) Wandel door de Geest! Weet u, de wandel naar het vlees, dat is de domper op alle vreugde en op alle levensblijdschap. Het leven door de Geest, dat is de blaasbalg van Gods vreugde in uw en in mijn leven. Het leven door de Geest, de wandel door de Geest, is Gods blaasbalg van de vreugde, Zijn blijdschap in uw en in mijn leven. Het leven door het vlees staat voor een ongelukkig leven; het leven door de Geest staat voor een gelukkig leven. Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. Wat is dat nu, leven door de Geest: hoe doe je dat? Nou, ten eerste duidt het op een leven in vertrouwen op de bijstand van de Heilige Geest! M.a.w.: leef in constante afhankelijkheid van de Heilige Geest. Vertrouw op Hem bij alles wat u doet. Als je werkelijk gelooft dat er in en uit jou zelf niets goeds kan voortkomen wat Gods goedkeuring kan wegdragen…..; als je werkelijk gelooft dat je buiten Christus niets goeds kan doen, dan drijft je dat uit naar de Heere, dan brengt je dat op de knieën, en dan ga je het alles van Hem verwachten en niet meer van mezelf. Leven door de Geest! Ten eerste is dus dat een leven in volstrekte afhankelijkheid, bewuste afhankelijkheid van de Heere! Je vraagt Hem om door u heen te werken; om in en door u heen te bidden! Kijk, als ik straks mijn kleinzoon een tennisracket voor zijn verjaardag geef, dan is de kans groot dat wij samen het veld opgaan, de grasmat opgaan, en dat ik een bal op hem afsla, en dat hij die bal mist! Dat is een grote prestatie voor hem, dat weet ik nu al. De manier om hem te leren hoe hij een bal goed op zijn racket te krijgen is wanneer ik achter hem ga staan; ik geef hem die racket in zijn handen, ik sta achter hem en; ik buig mij over hem heen, en zeg: “Joh, ontspan je, en opa doet het voor jou!” En ik leg mijn handen op zijn handen en die bal komt aan, en hij is ontspannen en volgt mee en ik sla die bal weg! Dat is in feite waar het op aan komt in het leven door de Heilige Geest! Ontspannen, relaxed; je hoeft het zelf niet te doen! Want je vertelt de Heere niets nieuws. Je kunt het zelf niet doen. De Heere zegt: “Laat Mij het door jou doen; ontspan je maar; ontspan je maar!” Verwacht alles maar van de Heere. Je hoeft in het Koninkrijk van God en van de Heere Jezus niet op je tenen te lopen. Je hoeft je niet ik weet niet wat: de naad uit je kous te werken, om het zo maar eens te zeggen, in dingen die je misschien helemaal niet kan. Je mag in eenvoudige onderwerping aan Zijn wil leven, in het vertrouwen op de bijstand van de Heilige Geest. Nogmaals: in en uit onszelf kunnen we de Heere niet behagen. Dat moeten we erkennen, en door vervolgens ons op Hem te verlaten. Zeg: “Heere, ik kan het niet. Ik kan niet die vrouw voor mijn man zijn; ik kan niet als de gemeente zijn, zoals de kerk is in Christus. Ik kan het niet, Heere!” “Daar wil Ik je hebben. Zo kan Ik het door jou doen!” En andersom: “Ik kan mijn vrouw niet liefhebben zoals Christus de gemeente liefheeft: Heere, ik kan het niet! Ik kan mijn vrouw niet lief hebben zoals U de kerk lief hebt!” “Goed, dat weet Ik ook, maar Ik kan het door jou wel!" En daar komt het op aan, dat we daar aan ontdekt worden dat we alle eigen kunnen en eigen kracht en pogingen opgeven, en zeggen: “Heere, Ik kan het niet; U moet het in en door mij doen!” Aan de Filippensen schrijft de apostel Paulus: “Want het is God die in u werkt, zowel het willen als het werken naar Zijn welbehagen!” Hij is het die het willen en het werken in u werkt! En het gaat daar om levensheiliging, in Filippensen 2:13; het gaat daar om levensheiliging; de gezindheid van Christus: God is het die het doet! Een ander voorbeeld! Stel je voor, op het voetbalveld; mijn been is geblesseerd, ik lig daar, ik probeer om op te staan uit alle macht; het lukt me niet; ik val weer neer. Ik probeer het nog een keer, het lukt mij weer niet. De trainer komt aangelopen, die helpt mij, met nog iemand, op de been. Ze leggen hun armen over hun schouders, en zo lang ik maar op hun steun kom ik van het veld af. Zolang ik het zelf doe, en zelf probeer, dan zak ik weer door mijn benen heen. Ik zal volledig op hen moeten steunen. Dat is precies het idee in het leven door de Geest: wandel door de Geest, vertrouw op Hem, steun op Hem! En bij hoeveel christenen gat het niet andersom? De Heere zegt: “Steun maar op Mij; je kunt het zelf niet, Ik zal het voor jou doen!” Wij zeggen, ja misschien zeggen wij het niet met zoveel woorden, maar non-verbaal is het dat wij met ons leven zeggen: “Bedankt Heere, voor het aanbod, maar ik doe het zelf wel!” Of als een klein kind dat zegt: “Zelf doen; ikke zelf doen!” Dat zit er al heel jong in. Nou: dat moeten we afleren. Niks ‘ikke zelf doen’. Als wij ooit het normale christelijke leven willen leven, dan zullen we bij alles enkel en alleen op de Heere moeten vertrouwen. Ik bedoel dat wij in het geloof uitstappen en in kinderlijk vertrouwen gaan doen wat de Heere van ons vraagt. De Heere zegt het; ik kan het niet; ik beken. De Heere zegt: “Doe het maar!” En in vertrouwen op de Heere gaan we naar Zijn Woord leven; gaan we Zijn Woord doen; gaan we Zijn Woord gehoorzamen! Wacht niet op één of andere emotionele ervaring, maar dien de Heere. Dien de Heere door eenvoudige geloofsgehoorzaamheid aan Zijn Woord. En op Hem kun je blindelings aan. De Bijbel zegt over de Heere: “Hij is geen man dat Hij liegen zou, of een mensenkind dat Hij ergens berouw over zou hebben. Zou Hij iets zeggen en dan niet doen? Zou Hij spreken en het niet gestand doen?” M.a.w.: als de Heere God iets van je vraagt, dan vraagt Hij niet het onmogelijke. Doe het maar in vertrouwen op Hm. Laat de consequenties maar aan Hem! Maar doe het! Moge God in Nederland een leger van mannen en van vrouwen geven die zo naar het Woord en de wil van God leven, in volkomen afhankelijkheid van de Heere. Volkomen afhankelijk naar het Woord van God leven. Dat betekent dus niet dat je maar lijdelijk en passief moet blijven afwachten. Dat vertrouwen kom je niet zo maar aanwaaien. Integendeel! Dat vertrouwen dat is iets wat geoefend moet worden. De Heere schakelt je nooit uit. Dat gebeurt in sekten, in vreemde groeperingen. Daar hoef je zelf niet meer te denken; je hoeft alleen maar als een robot te gaan. De Heere schakelt je niet uit, de Heere schakelt je in! Je moet een begin maken met het doen van Gods Woord in je leven! Toen Petrus over het water liep moest hij 1: opstaan; moest hij 2: zijn benen over de rand van de boot doen, en 3: hij moest op het water gaan staan; hij moest zijn voeten op het water zetten. En hij was welwillend om het te doen! Nu, iedereen in die boot die wist: Petrus kan niet over water lopen; mensen lopen door het water maar niet over het water. En toch liep Petrus die dag over het water! Hoe kan het dat hij over het water liep? Nou, de Heere had gezegd: “Kom!” Kom! En hij ging daarna niet redeneren: ‘dit kan niet, de natuurwetten zijn tegen mij!’ Nee, hij trekt zijn kleren omhoog, staat op, zet zijn voeten overboord op het water, en hij gaat, ziende op Jezus! En op het moment dat hij op de storm ging letten, viel hij als een baksteen in de diepte. Maar hij handelde op basis van het Woord van de Heere Jezus Christus. Lieve mannen en vrouwen: zou u uw voeten op het water willen zetten? Zou je je voeten op het water willen zetten? Zou je maar gewoon gehoorzaam willen worden? Als de Heere iets zegt: “Kom, zet je voet op het water! Doe het!” Waarom? Omdat het de Heiland is, Die tot je spreekt het van je vraagt!
Het tweede aspect van het leven door de Geest is dat wij leven in het bewustzijn van Gods tegenwoordigheid! Leven in het bewustzijn van Gods tegenwoordigheid! Niet alleen vertrouwen wij op de bijstand en op de kracht van de Heere, maar wij leven in de invloedssfeer van de Geest. Hij is bij ons, wij zijn bij Hem, en zo hoort het te zijn. Een kind van God en de Heilige Geest van Jezus zijn onafscheidelijk. Onafscheidelijk! En praktisch wil dat zeggen dat wij ons oriënteren op de dingen van de Geest. Dat wij in de praktijk van ons dagelijks leven gericht zijn op Jezus! Hij is ons oriëntatiepunt; het brandpunt; wij zijn op Hem gericht; wij zijn voortdurend in relatie, in contact met Hem. Het betekent dat wij dagelijks bezig zijn om onze relatie met de Heere te verdiepen; of anders gezegd: om onze relatie met de Heere op een hoger niveau te brengen; om vertrouwelijk te worden met de stem van de Goede Herder. Zodat je Zijn Stem tussen al die andere bijpraters weet te onderscheiden. Omdat je zo vertrouwd bent met Zijn stem, en je oefent je daarin, dag in dag uit! Het moet aan ons te horen zijn, aan ons te zien zijn, aan ons te ruiken zijn, dat wij leven in de tegenwoordigheid van Jezus. Want dan wordt de geur van Christus in je leven opgemerkt. Het leven door de Geest is vertrouwen op Gods kracht; leven in Zijn tegenwoordigheid. Paulus schrijft aan de Kolossenzen: “Als u nu met Christus opgewekt bent doet dan de dingen die boven zijn waar Christus is, Die aan de rechterhand van God is! Bedenk de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn! Want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God!” Weet u, het is een wetmatigheid dat de mens zich gedraagt naar hetgeen waar hij zich in zijn gedachten me bezig houdt. Zijn dat wereldse zaken dan ben je een wereldse christen; zijn dat geestelijke zaken dan ben je een geestelijk christen. Waar zijn we mee bezig? Waar ben je op georiënteerd? Ik heb laatst gelezen dat een mens voor 99 % van de tijd aan zichzelf denkt! 99 % denkt de mens aan zichzelf. Steeds maar bezig: ‘hoe kom ik over; hoe denken ze over mij? Wat is er toen over mij gezegd?’ O, we zijn daar zo mee bezig! Het gaat allemaal om ons! Dat is misschien en verklaring waarom zovelen zo onchristelijk zijn, en zo vleselijk zijn! En mens datgene wat hij denkt. Denk je heel veel aan jezelf: jijzelf bent verkocht onder de zonde, wat komt dat terug in je leven! Ben je vol van Christus, ben je georiënteerd op Hem, dan komt dat ook terug in je leven: “Wandel door de Geest, en u zult niet voldoen aan het begeren van het vlees!”
Tot slot! Tot slot nog een puntje! Nog een punt! Een vierde fundamentele stap om in de praktijk van het christenleven de vreugde van de Heere te ervaren, is het ontvluchten van verzoekingen; het ontvluchten van verzoekingen. Het begint bij het kennen van je positie; vervolgens: de onderwerping van je wil; ten derde: leven door de Geest, wandel door de Geest; en de vierde concrete stap is: ontvlucht verzoekingen. De Heilige Geest Die in ons woont, leidt ons er toe om alles wat in strijd is met Gods Woord en wil te ontvluchten. Laat ik het meteen maar zeggen: je bent geen lafaard op het moment dat je voor de zonde op de loop gaat. Mijn advies is: ren zo snel als je benen je dragen kunnen! Dat is eigenlijk het enige concrete wat we kunnen doen: ren voor je leven, alsof de duivel op je hielen zit! En in zekere zin doet hij dat ook! Is het meestal niet zo dat wij aan de verleidingen toegeven, nadat wij er mee gespeeld hebben? Meestal is het zo dat we de zonde wat uitdagen, dat we het leuk vinden met de zonde, dat we er naar kijken, dat we er over dromen, dat we ermee bezig zijn. En uiteindelijk resulteert het in zonde. De geestelijke strijd om Gods kinderen onderuit te halen is in volle gang! Hoevelen verblijven niet op plaatsen waar lustgevoelens geprikkeld en opgewekt worden. We bezoeken plaatsen en sites waar de verzoekingen voor de hand liggen; en we zoeken ze uit eigener beweging op. We doen het zelf. En we voeden onze geest, de begeerte van de ogen, en een hovaardig leven door allerlei bladen die we naar ons toe halen. En we dromen over: ‘ja, als ik dat nog heb, en dat nog!’ En heb jij dat ding, dan o: weer een volgend ding! Nooit genoeg! Altijd meer en meer! We zoeken het dikwijls uit eigen beweging op en stellen ons daarmee open voor allerlei satanische aanvallen. De Heere zegt: “Scheidt u af! Loop erbij weg! Kijk er niet naar! Zoek het niet op! Lees het niet! Luister er niet naar! Gebruik het niet! Werp het weg! Ren voor je leven! Vlucht!” Ook zijn er christenen die voor hun ontspanning met niet-christenen omgaan. Begrijp me goed: ik geloof dat kinderen van God goede relaties moeten onderhouden met niet-christenen, om hen uiteindelijk de liefde van Christus te kunnen bewijzen, en hen Christus te kunnen leren. Daar gaat het niet om, hier. Maar er zijn er die voor hun ontspanning met niet-christenen omgaan, en hele avonden zich dubbel lachen om allerlei holle en lege grappen. En aan het einde van zo’n avond is diezelfde christen leeg en hol, omdat hij zich zo heeft moeten bescheuren om al die leegheid, dubbelzinnigheid en holheid. De Bijbel zegt: “Jaag de rechtvaardigheid na: geloof, liefde en vrede!” En dan zegt hij: “Samen met hen…;” Met wie: “Samen met hen die de Heere aanroepen uit een rein hart!” Daarmee wordt het belang van de christelijke gemeenschap onderstreept; het belang om elkaar op te zoeken; om met elkaar te leven; om met elkaar de Heere te zoeken. Keer op keer roept de Heere ons op voor de zonde op de vlucht te gaan. Ik wil een viertal teksten met u lezen. Ik lees ze u voor, u kunt ze eventueel opschrijven. In 1 Korinthe 6:18 zegt de Heere:
Schriftlezing: 1 Korinthe 6 : 18:
“Vlucht weg van de hoererij! Vlucht! Elke zonde die en mens doet blijft buiten het lichaam, maar wie hoererij bedrijft zondigt tegen zijn eigen lichaam!”
U weet hoererij is de vertaling van het Griekse woordje porneia, waar ons woord pornografie vandaan komt. Het gaat om alles wat te maken heeft met buitenechtelijke seksuele omgang. De Bijbel zegt: “Vlucht weg daarvoor!” Vlucht weg, voor alle verzoeking, ook wat daartoe verleidt. Zet het op een lopen! Kan hij zich niet beheersen: zet het op een lopen!
“Wat doe je nou, lieve schat?”
“Ik ontvlucht het!” zeg je dan.
“Wat doe je?”
“Ik ben de Heere gehoorzaam!”
In 1 Korinthe 10:13 lezen we:
Schriftlezing: 1 Korinthe 10 : 13:
“Meer dan en menselijke verzoeking is u niet overkomen, en God is getrouw, Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt. Maar Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, om die te kunnen doorstaan!”
M.a.w.: de Heere zal er voor zorgen dat u niet bovenmate verzicht wordt, en met de verzoeking zal Hij ook kracht geven om daardoor heen te komen. Maar onmiddellijk daarop staat deze tekst, in 1 Korinthe 10:13. Maar dan zegt vers 14:
Schriftlezing: 1 Korinthe 10 : 14:
“Daarom mijn geliefden: vlucht weg van de afgoderij!”
Vlucht! Zet het op een lopen! Als Paulus in 1 Timotheüs 6 over geldzucht spreekt, zegt hij: “Geldzucht is de wortel van alle kwaad!” Niet het geld maar de zucht naar geld, dat is een wortel van alle kwaad!
Schriftlezing: 1 Timotheüs 6 : 10:
Geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daar naar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof en hebben zich met vele smarten doorboord. U echter, o mens Gods: ontvlucht deze dingen! Jaag naar gerechtigheid, Godsvrucht, geloof, liefde, volharding, en zachtmoedigheid!”
Jaag! Vlucht weg van de weg hoererij! Vlucht van de afgoderij! Ontvlucht de geldzucht! En in 2 Timotheüs 2 zegt de apostel:
Schriftlezing: 2 Timotheüs 2 : 22:
“Ontvlucht weg van de begeerte van de jeugd. Ontvlucht het!”
Er zijn christenen die de gegroeide gedachte hebben dat zij sterk genoeg zijn om zich met de verzoeking in te laten. Dat is natuurlijk een dwaasheid. Zo iemand heeft geen benul van eigen zwakheid. Dat is spelen met vuur uit de hel. De Heere weet beter dan wij zelf hoe verschrikkelijk zwak wij zijn, en daarom dat Hij ons sommeert: “Ben jij een kind van God? Ben jij een kind van God? Geloof je dat je uit genade en door het geloof vergeving van zonden hebt ontvangen!” Een kind van God dus; en dan sommeert de Heere jou en mij: “Ontvlucht de verzoekingen! Zet het op een lopen! Blijf daar bij uit de buurt!” En nu moet er in alle eenvoud concreet gehoorzaamd worden aan dit bevel van de Heere. Doe alles wat in je vermogen ligt om het te ontvluchten. Herinnert u zich de geschiedenis van Jozef, ver van huis, wel 400 kilometer. En daar in Egypte doet zich werkelijk een volmaakte gelegenheid voor om zijn natuurlijke lusten en verlangens bot te vieren. Geen sterveling had het ooit behoeven te weten. De vrouw van Potifar was blijkbaar een zeer aantrekkelijke, een begerenswaardige vrouw. En ze nodigde Jozef uit: “Kom bij mij!” “Wat een buitenkansje!” roept de wereld. “Je zou gek zijn om het niet te doen! Sufferd om er niet op in te gaan. Zo’n prachtige vrouw die zegt: ‘breng de nacht met mij door!’ Natuurlijk, een gezonde vent doet het. Ja toch?” zo roept de wereld. Maar de Bijbel zegt dat zij hem bij zijn kleed pakte, en zei: ‘slaap met me!’ Maar hij liet zijn kleed in haar hand achter, en vluchtte en ging naar buiten. Jozef deed precies wat de Heere, wat Paulus wat al die voorgaande teksten zeggen. Hij vluchtte. Zou jij dat een volgende keer ook doen: vluchten. Iedere keer als de verzoeking komt: gooi er een plens water over!
Dat zijn de vier stappen. Ken je positie in Christus; onderwerp je wil aan de wil van God; wandel door de Geest, en ontvlucht de verzoeking! Dat zijn de vier stappen die ons kunnen bewaren en beschermen tegen geestelijke valpartijen. Wat gebeurt er nu wanneer wij wel zondigen, en wij een nederlaag lijden? Wat gebeurt er als ik zondig?
Dat is het onderwerp waar we het de volgende keer over zullen hebben. Wat gebeurt er als ik zondig. Tot zo ver deze vier stappen.