Lezing "Volkomen vreugde!"
Volkomen vreugde!
Spreker: Ds. Maarten Ezinga
Plaats: Bommelerwaard
Thema: Volkomen vreugde!
Datum: 10 april 2012
Tekst: Johannes 15 : 11
Beluisteren Lezing >>
Beluisteren Vragenbeantwoording >>
Opslaan of printen Lezing in PDF >>
Wilt u reageren op de lezing dan kunt u mailen naar: [email protected]
“Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u zal blijven en uw blijdschap volkomen zal worden!”
Goedenavond allemaal!
Wij zijn een paar weken bezig met een systematische overdenking van het normale (en daarmee bedoel ik het Bijbelse) christenleven. En we hebben tot nu toe een aantal geweldige, fundamentele feiten over het christelijk leven ontdekt! Wij hebben geleerd dat de mens een zondaar is; ja, dat hij door en door zonde is; dat hij tot in de vezels van zijn bestaan verdorven is; dat er werkelijk geen goed aan de mens is. En omdat hij een zondaar is, is de mens van nature gescheiden van zijn Schepper! De mens dientengevolge een geestelijke dode; een geestelijke blinde; een geestelijke dove. Ook leerden wij dat de Heere de scheiding tussen God en mens heeft overbrugd, door de verstoorde relatie tussen hem en ons te herstellen. Namelijk door het plaatsvervangend lijden en sterven van Gods Eeuwige, ongeschapen, volmaakte Zoon: de Heere Jezus Christus! Door het geloof in Hem, Zijn Plaatsvervangend verzoenend lijden en sterven aan het Kruis van Golgotha is de weg tot de Vader opnieuw geopend; en is de scheiding, de kloof tussen God en mens, overbrugd. En nu kunnen wij uit genade en door het geloof genieten van een harmonieuze relatie tussen God en mens. In 1 Johannes 5:11, zegt de apostel: “En dit is het getuigenis, God heeft ons eeuwig leven gegeven. En dit is in Zijn Zoon. Die de Zoon heeft, heeft het leven. En die de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet!” M.a.w.: Gods Zoon, de Heere Jezus Christus, is beslissend voor de vraag of iemand eeuwig leven heeft of niet. En dan eindigt diezelfde apostel in de eerste brief, in het vijfde hoofdstuk, in het dertiende vers, dan zegt hij dit: “Dit heb ik u geschreven aan u die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat u weet dat u het eeuwige leven hebt en opdat u gelooft in de Naam van de Zoon van God!” Johannes identificeert het eeuwige leven als de Persoon van de Heere Jezus Christus! Het leven is in de Heere Jezus Christus! De zekerheid van het eeuwig leven, de heilszekerheid, de geloofszekerheid is het voorrecht van allen die onder het overtuigende werk van de Heilige Geest, zichzelf hebben toevertrouwd aan de Heere Jezus Christus voor de vergeving van hun zonden. Nu, de gelovige is door de Heilige Geest in Christus gedoopt! En daartoe heeft de gelovige deel aan alles wat Christus heeft gedaan, en alles wat Zijn mensheid betreft als Offer heeft volbracht. Wij noemen dit de eeuwige positie van de gelovige. En daar zijn we nu al en paar weken mee bezig. Wij noemen dit de eeuwige positie van de gelovige in Christus. Alles wat Christus leert en alles wat Hij heeft gedaan, wordt de gelovige om niet toegerekend. Dat zijn eeuwige beslissingen die door de Heilige Geest verzegeld zijn vast zijn gemaakt en waar zijn voor elke gelovige in de Heere! En op hetzelfde moment als iemand door de Heilige Geest ontdekt wordt aan zijn zonden en zijn verloren positie, en de ogen van zijn hart geopend worden voor het plaatsvervangend en verzoenend sterven van de Heere Jezus Christus, aan het kruis op Golgotha, op hetzelfde moment plaatst de Heere ons in Christus. En vanaf hetzelfde moment ziet die Driemaal Heilige, ontzagwekkende, soevereine Schepper van hemel en van aarde ons in Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus. En dan spreekt de Bijbel maar liefst in 130 tekstgedeelten over de positie in Christus; 130 Nieuwtestamentische passages spreken over die unieke en bijzondere positie die wij hebben voor de Heere God in de Heere Jezus Christus; indien wij werkelijk vergeving van zonden hebben ontvangen, gerechtvaardigd zijn en het eeuwig leven hebben; indien wij verzegeld zijn tegen de dag der verlossing; indien wij werkelijk onaantastbaar zijn geworden! Dat is onze positie in Christus. Dus alleen omdat wij in Christus zijn, is het dat de Heere God ons als Zijn kinderen heeft aangenomen. Buiten Christus is er geen hoop! Alleen in Christus kan een mens kind van God worden, en heeft de mens deel, zegt Petrus zelfs: aan de Goddelijke natuur, omdat hij het eeuwige leven in zich heeft. Om daar deel aan te krijgen, wordt de mens opgeroepen door de Heere, om zijn schuld te erkennen en te belijden, en zijn vertrouwen te stellen op de Heere Jezus Christus. Wij kunnen dus absolute heilszekerheid hebben. Absolute geloofszekerheid! Dat is zelfs ook voorwaarde om geestelijk te kunnen groeien! Dit is een uitermate belangrijke waarheid. En de belangrijkste reden, broeders en zusters: de belangrijkste reden dat gelovigen die hun vertrouwen hebben gesteld op de Heere Jezus Christus, toch geen heilszekerheid hebben, is omdat het getuigenis van mensen hoger wordt gewaardeerd dan het getuigenis van God. Datgene wat mensen zeggen, dat is in de loop van de geschiedenis, de traditie, maar dat dit hoger wordt gewaardeerd dan het klare speken van de Heere God!
Over die heilszekerheid daar spreekt de Heere Jezus Zelf meerdere malen over in Gods Woord. Een van die beroemde teksten over dit onderwerp is Johannes 10:10B, waar Hij zegt: “Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben!” Waarom is de Heere Jezus 2000 jaar geleden in het nachtelijk duister van Judea Mens geworden? Waarom heeft Hij die stap over de drempel gezet? Waarom heeft Hij de Mantel van Zijn Goddelijke heerlijkheid afgelegd en is Hij aan ons mensen gelijk geworden? Waarom? Hij zegt in Johannes 10: “Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben!” Daarom is Christus gekomen: leven! En niet alleen leven, maar Hij zegt daarbij: “Ik ben gekomen opdat zij leven hebben plus!” Dat is leven plus en leven uit: overvloed! Leven en overvloed. D.w.z.: een vreugdevol leven, waarin de blijdschap en de vreugde over de randen van ons leven vloeit. Dat is hetzelfde als wat David zegt in Psalm 23: “Mijn beker vloeit over!” Dat betekent dat hij feitelijk veel meer ontvangt dan wat hij nodig heeft! De Heere geeft niet op een Haagse manier, niet Zeeuws (zûnig!) Nee, de Heere geeft altijd overvloedig! In 1 Petrus lezen wij (even terzijde) ‘dat wij deel gekregen hebben aan Gods genade naar Zijn rijkdom!’ Niet: van Zijn rijkdom! Als de Heere ons van Zijn rijkdom geeft…..; als ik miljonair ben en ik zeg: ‘ik geef u van mijn rijkdom een euro!’ Fijn! Maar geef ik u naar mijn rijkdom, dan gat u allemaal rechtovereind zitten. Dan wordt het een heel ander verhaal! Nou, precies, dat is nu wat we hier hebben! De Heere God geeft niet allen maar leven, maar Hij geeft leven en overvloed! En dat wil zeggen: een vreugdevol leven, ‘mijn beker vloeit over’….; Hij geeft meer dan we werkelijk nodig hebben. Overvloedig! De Heere heeft meer gedaan dan onze ziel te redden; Hij heeft voorzien in onuitputtelijke bronnen waaruit wij mogen putten, wardoor mijn leven een gelukkig leven wordt; een leven van volkomen blijdschap! Ik heb getwijfeld over de titel voor deze Bijbelstudie. Ik dacht: ‘hoe noem ik het nu precies?’ Je hebt de vreugde van een christenleven; eigenlijk is het: volkomen vreugde! Volkomen vreugde! Ja, dat is eigenlijk nog mooier, want daar gaat het hier om: volkomen vreugde; blijdschap! Als er vreugdevolle mensen bestaan, als er blijmoedige mensen bestaan op deze wereld, dan is het goed; dan is het volkomen goed. De Heere is gekomen opdat wij leven hebben en overvloed hebben! De vraag is natuurlijk: hoe kunnen wij dat vreugdevolle christenleven leven? Hoe kun je als kind van de Ene Levende God in deze tegenwoordige, duistere wereld, waarin de boze rondgaat, brullend als een briesende leeuw, zoekend wie hij kan verslinden, hoe kun je in deze wereld vreugdevol en blijmoedig leven? Antwoord: de mate van ons geluk wordt bepaald door de maat waarin ons dagelijks leven overeenkomt met onze positie als kinderen van God! Nog eens: de mate van ons geluk wordt bepaald door de maat waarin ons dagelijks leven overeenkomt met onze positie als kinderen van God! M.a.w.: de mate van de gezindheid van Christus in ons leven, bepaalt de mate van ons geluk wat wij ervaren in de praktijk van ons dagelijks leven. Hoe meer gelijkvormigheid aan het Beeld van de Zoon, hoe groter het geluk! Anders gezegd: hoe meer de Heere aan Zijn eer komt, in jou en in mijn leven, hoe gelukkiger wij zullen zijn. M.a.w.: hoe meer wij beantwoorden aan het oorspronkelijk doel waarvoor God ons geschapen heeft, hoe gelukkiger wij zullen zijn! Dan spreken we over werkelijk, onaantastbaar geluk; onaantastbare blijdschap. Nu, naast onze eeuwige positie staat ons dagelijks leven. Wij zijn in Christus, en dat spreekt van onze positie. Maar Christus is ook in ons, en dat spreekt van onze levenswandel! Immers, door Zijn inwoning in ons, stelt Hij ons in staat om als christen te leven. De inwoning van de Christus maakt dat ik christen ben en als christen kan leven. Nogmaals: in die maten, waarin de praktijk van ons leven overeenkomt met onze positie in Christus, kunnen wij gelukkige mensen zijn. En hoe groter de afstand tussen de positie als kind van God en de praktijk van je dagelijks leven, hoe groter de kloof daar tussen is, hoe ongelukkiger zul je zijn. En vandaag de dag heb je zoveel ongelukkige kinderen van God. Ik denk wel dat je mag zeggen dat de meest ongelukkige mensen in deze wereld zijn kinderen van God die niet naar hun positie leven. Die het wel geproefd hebben, die er wel van weten, maar in feite niet overeenkomstig die positie leven. Laat me een voorbeeld geven. Wij hebben gesproken met elkaar over het feit dat wij positioneel in Christus zijn wedergeboren; wij zijn uit genade, door het geloof kinderen van de levende God geworden. Nogmaals, daar zit niets van ons bij, dat is alles het toebereidend werk van de Heere in ons hart en leven. Je hoeft alleen maar als zondaar te komen en onze hand op te houden, en de Heere heeft ons het eeuwig leven om niet gegeven. Maar het is door de Heilige Geest dat wij zijn wedergeboren, en het is door de Heilige Geest dat wij nu als wedergeboren mensen roepen: “Abba, Vader!” Die Geest getuigt aan en met onze geest dat wij kinderen van de levende God zijn. En dat geeft en grote mate van geluk in ons leven; die zekerheid, dat je geborgen bent in die grote Borg de Heere Jezus Christus! Maar wanneer wij daar niet naar leven, naar die positie als wedergeboren mens, dan zullen wij ongelukkig zijn. Denk aan de gelijkenis van de verloren zoon, die nog eenzaam en ellendig tussen de varkens probeerde zijn honger te stillen met de schillen van de varkens, en probeerde inhoud te geven aan zijn leven. Maar hij was doodongelukkig! En hij wist om een Vader te hebben. En dan komt er dat onverklaarbare moment dor de Heere gewerkt, dat hij zegt: “Ik zal opstaan en naar mijn Vader gaan en zeggen: ‘Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor U. Ik ben het niet meer waard Uw zoon te heten!” Maar daar wil de Vader niet van horen. Het was al die tijd zo geweest. En hij kwam terug. Maar hij leefde in een staat alsof hij geen kind van de Vader was. En dus was hij doodongelukkig. En dat is een andere positionele waarheid; je moet weten dat je een rechtmatig kind van God bent. Je bent vrij, je bent geroepen om niet langer onder de tuchtmeester van de wet te leven; je bent tot vrijheid geroepen om de Heere uit dankbaarheid en liefde te gehoorzamen. Niet omdat het van buitenaf als een systeem opgelegd is, van: ‘gij zult! En gij zult niet!’ Nee, je bent juist omdat je een kind van God in volle rechten bent, ben je geplaatst in een relatie waardoor je in dankbaarheid en liefde gemobiliseerd de Heere te gehoorzamen! Dat is je positie in de Heere Jezus Christus. Maar als je nog steeds vast houdt aan de wet en naar de eisen van de wet probeert te leven, om daarmee nog wat bij de Heere God te verdienen, och, dan merk je al snel dat je ongelukkig wordt; en dat er vrees en onzekerheid in je leven met God sluipt. En misschien wel angst dat de Heere God je zal straffen bij een overtreding. Je zult krampachtig en ongelukkig worden in je leven. Wanneer wij daarentegen leven overeenkomstig onze positie, als volwassen kinderen van God, rechtmatige kinderen van God in en hernieuwde relatie met Hem, dan zullen wij vrij zijn en gelukkig. En dan kom je niet in een kramp terecht, dan hoef je niet op je tenen te lopen, wat zo vaak ook in zoveel kerken gebeurt, dat mensen na zoveel tijd afhaken in het gemeentewerk. Waarom? Omdat ze het niet gedaan hebben uit liefde en dankbaarheid, maar vaak om nog bij de Heere God in een goed blaadje te komen; om nog iets van Hem gedaan te krijgen; om nog genade te verdienen. In plaats van gemobiliseerd door liefde en uit dankbaarheid. Nee, de Heere heeft mij als gelovige in Christus gerechtvaardigd. Dat betekent dat Hij mij volledig heeft vrij gesproken en er geen beschuldiging meer tegen mij in te brengen is: “Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen van God?” schrijft Paulus. En dan antwoordt hij: “God is het Die rechtvaardig maak!” Vrij spreekt! De grote aanklager heeft geen enkel bewijs meer tegen mij. Hij staat met lege handen! Mijn dossier is leeg! Hij probeert iets tegen Maarten Ezinga te vinden, wat hij tegen mij kan inbrengen, wat hij bij de Rechter van hemel en van arde kan neerleggen, maar hij vindt niks! Ik ben gerechtvaardigd! Er is geen veroordeling; er zijn geen beschuldigingen meer. Dat is mijn positie in de Heere Jezus Christus. Ik ben gerechtvaardigd. En concreet betekent dat voor mijn dagelijkse leven, dat ik mijzelf niet langer aanklaag. Dat ik mijzelf niet langer beschuldig! Als de Heere God dat niet doet en als de grote aanklager dat niet doet, dan mag ook de vrijgesproken misdadiger dat zelf ook niet meer doen! En dat betekent dat ik mijzelf niet meer veroordeel! Dat ik mijzelf niet meer aanklaag! En dat ik de bijpraters die er soms zijn in mijn hart, het zwijgen opleg, door hen te confronteren met wat de Heere God zegt over het kind van God, namelijk dat er geen veroordeling is. Als ik daarentegen op mijn zonden blijf zien, en als ik het oordeel blijf zien, zal ik doodongelukkig worden. In Christus hebben wij vergeving van zonden ontvangen. Wij zullen deze vergeving bewust moeten aanvaarden, dat u zegt: “Dank U wel, Heere God, dat U al mijn zonden uit het verleden, heden en de toekomst vergeven hebt!” Dat is de volkomen vrijspraak van alle zonden die ik ooit gedaan heb en alle zonden die ik nog doe, en alle zonden die ik nog ga doen. En omdat ik zelf ben vrijgesproken vergeef ik ook mijn naaste. De Heere God heeft al mijn zonden vergeven; Hij heeft die in de zee geworpen. Corrie ten Boom zei: “De Heere God heeft er een bordje bij geplaatst: ‘verboden te vissen!” Ik mag er niet meer bij komen. Zo ver het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze overtredingen van ons weg gedaan! En dat betekent dat mijn positie in Christus, en dat betekent dat ik mijzelf zo moet gaan zien: als een totaal vergeven, vrijgesproken mens! Totaal gereinigd! En van daaruit, vanuit die zekerheid, ook een mens die zijn medemens kan vergeven. Een van de tekenen dat je del hebt aan de vergeving van zonden in Christus, is dat je de ander vergeven hebt, Omdat je ontdekt hebt wat een grote misdadiger je bent en welke misdaden je allemaal vergeven zijn, dat maakt het onmogelijk om een schuldenaar van jou niet te vergeven. Je zult de ander altijd vergeven; altijd vergeven. Ik weet nog goed, het moment dat ik daar voor het eerst aan ontdekt werd. Het was in Vlaardingen, en de Heere had dat zo op mijn hart gebrand, dat wist: ‘vanaf dit moment kan ik nooit meer iemand niet vergeven! Ik zal iemand altijd vergeven!’ Omdat de Heere God mij ontdekt had overtredingen die ik tegen anderen en hem had begaan. En dat maakt dat je een mild mens wordt. Een mild mens! En daar moet ik iedere keer weer opnieuw aan herinnerd worden. Dat is ook mijn ervaring! Dus in de maten waarin mijn dagelijks leven overeenkomt met mijn positie ben ik gelukkig. Dus als ik leef vanuit de vergeving van zonden, vanuit de rechtvaardigmaking (kind van God), als ik uit al deze rijkdommen ga leven, betekent dat, dat ik gelukkig zal zijn. En anders zal ik doodongelukkig worden. Nou, dat is dus leven overeenkomstig mijn positie dat is een doelgericht, inhoudsvol en betekenisvol leven; en leven in overvloed! Ik zal daar een tekst bij opgeven: Efeze 4:1. De Efezebrief bestaat uit twee delen; een leerstellig gedeelte en een praktisch gedeelte; je hebt ortho-doxie en je hebt ortho-practis. Dat eerste gedeelte, Efeze hoofdstuk 1, 2 en 3 is theologie, leerstellig. Het tweede gedeelte is theo-praxie, ortho-praxi: daar gaat het om de praktijk van het leven. Efeze 4:1 daar zie je de omslag, dat is het scharnierpunt. Vanaf dat moment wordt er over de praktijk van het leven gesproken. Nu heeft Paulus in hoofdstuk 1:3 t/m 1:14 gesproken over onze positie in Christus; en dat heeft hij verder uitgewerkt in de teksten daarna. Maar we lezen in dat eerste hoofdstuk allereerst: God heeft ons uitverkoren in Christus, Hij heeft ons verlost in Christus, Hij heeft ons verzegeld in Christus, we zijn erfgenamen (mede-erfgenamen) in Christus. Het handelt allemaal heel sterk over je positie in Christus; dat zijn dus al die 130 teksten over je positie in Christus. In hoofdstuk 4 verlaat Paulus de theorie. En dan krijg je dus in hoofdstuk 4:1 een nieuw punt in de brief, waar het dus over de praktijk gaat. En dan zegt hij: “Ik de gevangene in de Heere, ik roep u op tot een wandel die de roeping waarmee u geroepen bent: waardig is!” Nou, het woord ‘wandel’ duidt er op, zoals u zult begrijpen, op de praktijk van ons dagelijkse leven; onze dagelijkse levenswandel. Het woord waardig, dat betekent: overeenkomstig; gelijk aan; hetzelfde als: hetzelfde als je positie; overeenkomstig je positie. En het woord roeping duidt op je positie als kinderen van God. M.a.w.: wat zegt hij hier? ‘Ga nu leven overeenkomstig datgene wat ik in het voorgaande gedeelte geschreven heb: je positie als God. Ga nu leven waardig overeenkomstig, net als wat ik in het voorgaande gedeelte geschreven heb, namelijk dat je een kind van de levende God bent, verlost, verzegeld tegen de dag der verlossing, erfgenaam van de Heere Jezus Christus; mede-erfgenaam van Hem! Lid hebbend lichaam van Christus, de gemeente!’ Leeft u in overeenstemming met uw positie? De vraag is nu natuurlijk: wat is de oorzaak dat velen niet naar die positie leven; niet waardig wandelen de roeping waarmee de Heere hen geroepen heeft! Wat is je roeping? Je bent kind van God, je hebt je positie in Christus! Hoe kan het nu dat er zovelen zijn die er wel van weten, die jaar op jaar op jaar onder de rechte prediking van Gods Woord komen. Er zit een geweldige kloof tussen datgene wat ze belijden en hun dagelijks leven. Hoe kan dat nou? Hoe verklaar je dat nou? Wat is de oorzaak daarvan? Antwoord: de zonde. De zonde veroorzaakt allerlei conflicten en knelpunten in mijn leven. De zonde is altijd tot smaad van God. In Johannes 15:5, daar lees je dat. Daar zegt de Heere Jezus:
Tekst: Johannes 15 : 5:
“Ik ben de Wijnstok en u de ranken. Wie in Mijn blijft en Ik in hem, draagt veel vrucht. Want zonder Mij kunt u niets doen!”
Wat betekent het om in de Heere Jezus Christus te blijven? Laat ik allereerst zeggen wat het niet betekent. Het betekent niet dat wij in onze positie moet blijven. Dat betekent het absoluut niet. Daar zorgt de Heere voor. “Het is uit God dat u in Christus Jezus bent!” zegt Paulus; en wij kunnen er aan toe voegen: “Het is uit God dat u in Christus Jezus blijft!” Het is een genadewerk van God. Dus dat wordt hier niet bedoeld. Het is niet zo dat je krampachtig moet vasthouden aan je positie als kind van God; en als je dat niet doet, raak je het misschien kwijt! Zo is het niet! Dan zou het uiteindelijk geen genade meer zijn, maar: of ik volhard, en of ik vasthoud, of ik wel in Hem blijf! Zo is het niet, want dan kom je toch met een achterdeurtje toch weer via goede werken binnen! Nee, dat is het niet! ‘In Christus blijven’ betekent hier: overeenkomstig je positie leven! Leven in het licht van wie je bent voor de Heere. Dat is de enige manier waarop wij iets voor de Heere kunnen doen, dat welbehaaglijk is, dat aanvaardbaar is voor Hem. Leven naar je positie! In Johannes 15:10, daar zegt de Heere: “Als u Mijn geboden in acht neemt (Mijn Woord in acht neemt) zult u in de liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijven!” M.a.w.: gehoorzaam nu aan het Woord van God; doe wat daar geschreven staat! En breng je leven in overeenstemming met dat Woord; stem je leven af op dat Woord van God; vul je leven in naar dat Woord van God. En wat is het gevolg van het blijven in de Heere? Wat is het doel waarmee de Heere dit verteld? Vers 11: “Deze dingen heb Ik tot u gesproken opdat Mijn blijdschap in u zal zijn en uw blijdschap volkomen zal worden!” Hij is uit op onze blijdschap! Volkomen blijdschap, daar is de Heere op uit! Mannen en vrouwen, ik hoop dat het landt, dat het bij u binnen komt. De Heere Jezus Christus vertelt deze gelijkenis, en dit onderwijs, met welk doel? Uw blijdschap! Prachtig hè: volkomen blijdschap. Weet u dat is blijdschap waar niets aan ontbreekt; dat is blijdschap waar niets aan mankeert. Volkomen blijdschap is volmaakte blijdschap; dat is absolute vervulling. Absolute vervulling van je leven. Nogmaals: in die mate waarin de praktijk van ons dagelijks leven overeenkomt met onze positie, in die mate zullen wij gelukkig zijn. Gehoorzaamheid en geluk gaan in de Bijbel altijd samen. Geluk is altijd gevolg van door liefde gemotiveerde gehoorzaamheid aan God de Vader aan het geopenbaarde Woord van God. In Johannes 13: 17 zegt de Heere:
Schriftlezing: Johannes 13 : 17:
“Als u deze dingen weet, zalig (d.w.z.: gelukkig) bent u als u ze doet!”
Het is fijn als u ze uit uw hoofd kent, zegt de Heere; het is fijn dat je het weet, maar dan zegt Hij: “Zalig ben je als je het ook doet!” Weet u, door onder de rechte verkondiging te zitten, wordt je niet wedergeboren, wordt je niet heilig en ga je niet op de Heere Jezus lijken. Je kunt vol zitten met kennis, feitenkennis, dardoor ga je niet op de Heere Jezus lijken en wordt je niet behouden. Zalig ben je, gelukkig, als je het doet! De Heere spreekt ons daar aan op onze verantwoordelijkheid die wij hebben om op Zijn Woord in te gaan. Niet alleen maar ja en amen te knikken, of te zeggen: ‘dat is niet zuiver, dat is niet recht in de leer!’ Fijn, als het Woord niet recht wordt verkondigd dat je dan verontwaardigd bent. Dat is nodig, dat is goed; fijn. Maar je zult het moeten doen. Zalig, zalig, gelukkig ben je als je het doet. Het getuigenis van de Bijbel is hier in zonneklaar. Psalm 1 zegt:
Schriftlezing: Psalm 1:
“Welzalig, o hoe gelukkig de mens, de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen, die niet staat op de weg van de zondaars, niet zit op de zetel van de spotters. Maar wie zijn vreugde vindt in het Woord, in de wet van de Heere, en Zijn wet dag en nacht overdenkt!”
Dat is precies hetzelfde; het gaat om de praktische navolging en om gehoorzaamheid. Jakobus, de halfbroer van de Heere Jezus, zegt:
Schriftlezing: Jakobus 1 : 25:
“Gij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid, en daarbij blijft en daarbij leeft, die zal omdat hij nu een vergeetachtig hoorder is, maar een dader van het werk: zalig (gelukkig) zijn in zijn doen!”
Dus nog een keer. Je kan je leven lang onder de rechte prediking van Gods Woord zitten, je kan een hoofd vol met Bijbelkennis hebben, als je niet handen en voeten geeft aan datgene wat je vanuit het Woord krijgt aangereikt, dan schiet je er helemaal geen sikkepit mee op. Je zult moeten gaan doen; je zult er naar moeten gaan leven; je moet gaan antwoorden; je moet in antwoord op Gods nodiging komen en je leven in overeenstemming gaan brengen met dat Woord. Een geheiligd en gehoorzaam en gelukkig leven gaan hand in hand samen. Nogmaals: een geheiligd, gehoorzaam en gelukkig leven gaan hand in hand. Het is niet los verkrijgbaar. Dat ene is het andere. Helaas zijn er ook veel gelovigen die het geluk op andere plaatsen zoeken; die zoeken het geluk, ondanks dat ze onder de rechte prediking komen, in het materialisme, in het hebben van dingen, in de bevrediging van de hartstochten, of rusten op hun positie in de wereld: de eer van mensen, de roem van mensen! Die hebben het niet begrepen. Want de volkomen vreugde de ware levensvervulling vindt een mens alleen wanneer hij, zoals de Heere zegt: naar dat Woord gaat leven, met de inwoning van de Heere Jezus Christus, met de inwoning van de Heilige Geest! Ik heb er dan ook bezwaar tegen als er gezegd wordt: ‘kom tot Jezus en je wordt gelukkig!’ Natuurlijk, dat is positioneel wel waar, maar daar is niet alles mee gezegd. Want er zijn ik weet niet hoeveel mensen, die als je ze het op de man af zou vragen: ‘geloof je dat de Heere Jezus je Zaligmaker is; je Redder is?” Dat ze na enig vragen, zeggen: “Uiteindelijk geloof ik dat Hij mijn Borg is!” Maar ze zijn niet gelukkig; ze zijn niet gelukkig. Je ziet het aan hun leven. Hun leven communiceert non-verbaal, zonder woorden: dat ze niet gelukkig zijn. Immers het zal zich moten bewijzen in een leven dat in overeenstemming is met hun positie! En daar gaat het geluk groeien. Dus alleen maar kennis van je positie, alleen maar die kennis hebben in je hoofd, dat doet nog niet zoveel. Nu moet ik gaan leren om al die geweldige waarheden die bij mijn positie horen, te gaan plaatsen en mijn leven in dat licht te gaan leven. Dat is en proces, dat doe je niet van de één op de andere dag. Maar dat heeft tijd nodig. Maar je gaat jezelf daarin oefenen en trainen, en je houdt jezelf die waarheden voor. Want je gat jezelf zien, zoals de Heere God je in Christus ziet. En zo moet je ook naar jezelf gaan kijken. Ik kom daar straks nog op terug. Als het goed is ontwikkelen gelovigen door de inwoning en de inwerking van de Heilige Geest een honger, en verlangen naar gerechtigheid en heiligheid. Jezus zegt het zo: “Zalig (gelukkig) zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden!” Weet u wat dat is: gerechtigheid? Ik heb het hier een keer eerder genoemd; gerechtigheid dat is alles wat in overeenstemming is met Gods Heilig Wezen, Gods Heilig Woord en Gods wil; en alles wat daarmee in overeenstemming is, dat is gerechtigheid. En zij die daar naar hongeren, naar Gods Woord, naar Gods wil, naar Gods eer: “Zalig die naar hongeren en dorsten, want zij zullen verzadigd worden!” En iemand die werkelijk de Heere toebehoort, zal door de inwoning en door de inwerking van de Heilige Geest die honger herkennen in zijn leven. We zullen dan ook gelukkig worden omdat we dan het welbehagen van de Heere over ons leven mogen ervaren.
Goed, een lange inleiding om belangrijke dingen duidelijk te maken. Ik hoop dat het duidelijk wordt; moge de Heere dat geven. Wij willen nu vier regels of principes bespreken die ons helpen om de zonde in ons leven te overwinnen, en te genieten van het leven van volkomen vreugde: het normale christelijke leven. Vandaag beperk ik mij tot de eerste regel. Sommigen van u werden al een beetje onrustig en denken: ‘nou, dat wordt een lange avond!’ Nee, hoor, ik beperk mij tot de eerste regel. Met het eerste handvat wat ik wil aanreiken tot overwinning, overlappen we daarmee een beetje een Bijbelstudie van de vorige keer, maar we kunnen dat niet genoeg onderstrepen en elkaar in herinnering brengen. Dus vandaag alleen de eerste regel, en dat is, en dat zal u na de vorige keer bekend voor komen: ken uw positie. Dus gewoon: kennen! Dus het begint met wetenschap. Al u met mij nog een keer opzoekt, Romeinen hoofdstuk 6. Daar vraag Paulus:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 1:
“Wat zullen wij dan zeggen, zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneme?”
Want als de Heere mij uit genade en door het geloof mijn zonden vergeeft, dan kan ik net zo goed in de zonden blijven leven, want ‘de Heere God vergeeft mij toch!’ Dat was de redenatie hier: ‘en dan kan ik iedere keer weer Gods genade ervaren!’ “Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneme?” Mag ik in de zonden blijven leven? Mag ik als kind van God in de zonde blijven leven, opdat de genade toe zal nemen; opdat ik iedere keer Gods genade weer zal ontdekken, en elke keer opnieuw dat weer mag ervaren? Mag dat? “Mag ik als kind van God in de zonde blijven leven?” Ziet u wat Paulus zegt? “Volstrekt niet!” De gedacht allen al is stuitend. Waarom? Omdat de Heere Jezus die smartelijke dood aan het kruis heeft ondergaan, en met elke zonde waarin je volhardt spijker je als het ware de nagel opnieuw weer in zijn handen en in zijn voeten. Daarom mag je in de zonden niet volharden! Volstrekt niet! Sterker had Paulus dat niet kunnen zeggen. Dat is en complete, algehele ontkenning! Mag jij uit genade….; en dat is niet hoogmoedig om te zeggen…..; let u goed op: het is niet hoogmoedig om te zeggen dat je en kind van God bent. Mag u uit genade en door het geloof in de Heere Jezus Christus zeggen: “Ja niets van mij maar alles van de Heere: uit genade ben ik een kind van God!” Dan is Gods Woord aan u dat u niet bij de zonde mag blijven; dan wil de Heere dat er dus levensheiliging is; dan is de Heere er op uit, dat wil zeggen: de zonden mag in je leven worden terug gedrongen en de overwinningskracht van Christus waarmee Hij uit de dood is opgestaan, mag in jouw leven manifest worden! Waardoor de zondenmacht in jouw leven wordt terug gedrongen. Daar gaat het om; als kind van God mag je niet in de zonde blijven leven! Nee, volstrekt niet! Nu zie je dat er zowel in vers 1 als in vers 2 over de zonde wordt gesproken: enkelvoud! Dat wijst op onze zondige natuur! Dat wijst niet op de zonden die we doen; zonden die we doen, maar dat wijst op de zondaar, op het zondige hart in de zondaar, onze zondige natuur; de oude mens, zeg maar; onze zondige geaardheid is feitelijk de bron van alle ellende. Dus wat heeft de Heere met onze zondige geaardheid gedaan, vers 3? Ziet u dat: vers 3. Leest u maar me met uzelf:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 3:
“Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn?”
Het begint er dus mee, dat we wat moeten weten. Hij zegt: “Of weet u niet?” Je hebt bepaalde kennis nodig om het normale christelijk leven te kunnen leven. Je moet wat weten: “Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn?” Wie zijn die ‘allen’? Er wordt gesproken over: allen! Antwoord: dat zijn allen die onder het overtuigende werk van de Heilige Geest tot geloof gekomen zijn. Die allen die zijn in Jezus’ doop gedoopt. En ‘doop’ betekent hier: identificatie, vereenzelviging! Ik heb de laatste keer dat voorbeeldje gebruikt; misschien kan ik het nog een keer doen, voor degenen die er toen niet bij waren. Stel u voor: dit bent u; mijn hand doet het werk van de Heilige Geest, en de Bijbel is de Heere Jezus; Hij is het vleesgeworden Woord, het geschreven Woord. Nu, op hetzelfde moment dat u uw vertrouwen stelt op de Heere Jezus Christus, voor de vergeving van zonden en het eeuwige leven. Dat is wat God de Heilige Geest dan met u doet: Hij doopt u in de Heere Jezus Christus. Waar bent u nu? In Christus! God ziet u in Christus: Hij ziet Zijn Zoon, en in Zijn Zoon bent u! Die gerechtigheid, dat hele leven van de Heere Jezus, dat wordt u toegerekend. Alleen daarom bent u een kind van God. Maar Hij heeft u heel bijzonder geïdentificeerd met de drie belangrijkste gebeurtenissen uit het leven van de Heere Jezus, te weten: Zijn dood, Zijn begrafenis, Zijn Opstanding! De Heere God ziet u in Hem, en de dood van Christus is uw dood; en Zijn Opstanding is uw opstanding! Zo ziet God u! Dat is uitermate belangrijk, want het gat hier allereerst nu om kennis; om wetenschap! Dit weet u toch? Dit moet u weten, want het gaat hier dus om de vraag: “Mogen we bij de zonde blijven opdat de genade des te meerder worde? Nee, volstrekt niet!” En dan gaat hij ons uitleggen hoe we niet bij de zonde kunnen blijven en hoe de zondemacht terug gedrongen kan worden. En hij zegt: ‘dat begint met en weten, namelijk dat je door de heilige Geest in Christus gedoopt bent; dat is die positie. En je bent geïdentificeerd, of vereenzelvigd met de drie gebeurtenissen uit het leven van de Heere Jezus, namelijk: Zijn dood, Zijn begrafenis en Zijn Opstanding!’ Waarom zijn wij positioneel met Christus gestorven en opgestaan? Waarom? Vers 4. Lees maar mee, vers 4. Waarom? Dan krijgen we het volgende antwoord:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 4:
“Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood….; (de doop is hier de Geestesdoop, de Geest Die ons in Christus doopt!)…..; opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader….; (en nu komen we tot het doel:)….; zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen!”
Ziet u dat? Dus: ‘mogen wij in de zonde blijven opdat de genade toeneme? Volstrekt niet!’ Uitleggen: hoe kan ik dan leven naar mijn positie? Dat begint met een weten: Christus’ dood, begrafenis en opstanding. Ik ben in Hem! Ik ben in Christus. Hij zegt: ‘waarom heeft dat plaats gevonden? En dan zegt hij in vers 4: “Zo dat wij in en nieuw leven zouden wandelen!” Daar begint het dus mee. Het begint dus die kennis van je positie in Christus. En dat heeft tot gevolg, uiteindelijk leidt het er toe dat je tot een nieuw leven, dat je een nieuwe levenswandel krijgt: het oude is voorbij gegaan, en het nieuwe is gekomen. Je bent een nieuwe schepping in de Heere Jezus Christus. “Opdat wij in nieuwheid des levens zouden wandelen!” M.a.w.: wij zijn voor onze oude natuur gestorven! Dat moet je weten: man! Dat moet je weten: vrouw! Vers 6:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 6:
“Dit weten wij toch? (Wat?) Nou, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat (opnieuw: het doel; wat is het doel?) Opdat het lichaam van de zonde teniet gedaan zou worden en wij niet meer slaven van de zonde zouden zijn!”
Dat is het doel. Ik ben met Christus gestorven. Met welk doel: opdat ik niet meer slaaf ben van de zonde en ik mijn zonde niet langer hoef te gehoorzamen. Het lichaam van de zonde is, zoals er staat in de Herziene Statenvertaling staat: te niet gedaan! In de zin van: machteloos gemaakt. Zijn macht is hem ontnomen. Hij heeft niet langer aanspraak op mijn leven. Ik hoef hem niet langer te gehoorzamen. Dat is mijn positie; zo ziet de Heere God mij, als een gestorven en begraven en opgewekt mens. Dat is mijn positie. Hoe belangrijk is het dat u en ik, dat wij: onszelf gaan zien zoals de Heere God ons ziet: in Christus. Alleen dan kun je naar je positie gaan leven. Zo lang je op jezelf kijkt in de eerste Adam, wordt het mineur in je leven; wordt je down, een neergebogen mens. In Christus is je positie; zo kijkt God naar je; zo moet je jezelf gaan zien; daar begint het mee. Daar begint de overwinning op de zonde in je leven. Alleen daar begint het, met die kennis! Hij is niet alleen voor onze zonden gestorven, maar Hij is ook voor de ZONDE gestorven! Niet alleen voor de ZONDEN, onze schuld, alles wat we fout doen, maar ook voor de ZONDE: de oude mens! Vers 10 zegt:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 10:
“Want wat Zijn sterven betreft is Hij voor eens en voor altijd voor de ZONDE gestorven!”
Zit u? Daar gaat het weer om die natuur, die oude zondige mens. En waarom dan? Vers 6:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 6:
“Opdat wij niet meer als slaaf de zonden zonde zouden dienen!”
En daarom dat de Heere mij in Christus gedoopt heeft en vereenzelvigd heeft met de dood van Christus’ dood aan het kruis, zodat ik niet langer zondenslaaf ben. Daar begint het mee. Als je dood bent hoef je de bevelen van koning dood niet langer te gehoorzamen! Ik heb dat de laatste keer geïllustreerd met een alcoholist. Koning alcohol zegt: “Drinken!” Maar ik zeg: “Ik ben in Christus! En ik hoef koning zonde niet meer te gehoorzamen!” Je bent in feite gestorven voor de bevelen van koning zonde. Je bent gestorven voor de bevelen van je oude, zondige natuur. Positioneel! Let u goed op: positioneel! Het gaat nog op dit moment om je zelf te zien zoals de Heere God je ziet! Vers 7 zegt:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 7:
“Want wie gestorven is, is juridisch (rechtens) vrij van de zonde!”
In Romeinen hoofdstuk 7 geeft Paulus hiervan en prachtige illustratie als samenvatting. Je zou het als volgt kunnen verwoorden. Romeinen 7 : 1 t/m 6
Schriftlezing: Romeinen 7 : 1 t/m 6:
“Het is als met een vrouw die met een perfectionistische en veeleisende man is getrouwd. Hij is volmaakt en hij eist dat ook van zijn vrouw. Hij wil dat zij volmaakt leeft. Maar hij steekt ondertussen geen hand uit om haar te helpen. Hij laat haar feitelijk maar tobben en veroordeelt haar tekortschietingen en haar gebreken. Er kan geen vriendelijk of bemoedigend woord van af; zij kan eigenlijk nooit aan zijn eisen voldoen! Daarom ook dat ze in voortdurende vrees en in voortdurende angst leeft: ‘heb ik het wel goed gedaan? Heb ik hem wel behaagd? Zou hij nu wel blij met mij zijn?’ Het leven met hem is een en al ellende: jaren en jaren achtereen leeft ze zo. Maar dan op een dag ontmoet ze een andere man, en ook Hij is volmaakt! Hij is perfect! Maar dat niet alleen: Hij is ook vriendelijk en liefdevol, begripsvol, en vergevingsvol, en hulpvaardig. En ze wordt verliefd op Hem, en ze wil met Hem verder; ze wil met Hem trouwen. Maar dat is niet mogelijk! Die ander, die zo veeleisend is en geen vinger uitsteekt om haar te helpen, dat is har wettige man! Dus, het is onmogelijk om met die nieuwe vriend te trouwen! Tenzij zij sterft voor haar eerste man! De man zelf zal niet sterven! Die is kerngezond! Nu zit ze haar leven lang met hem opgescheept. Wat gaat ze doen? Wat gaat ze doen? Haar Nieuwe Liefde heeft een Plan! Hij zegt: “Weet je wat? Ik maak je dood!” Een leuk Plan zul je zeggen! Hoe zal zij met har Nieuwe Liefde kunnen trouwen als ze dood is? Nu, als ze dood is, is ze voor de Wet ontslagen en bevrijd van die eerste tirannieke man; dat is het eerste deel van Zijn Plan! Hij bepaalt: u moet sterven! Het Tweede Deel van het Plan bestaat daar uit, dat haar Nieuwe Liefde haar weer tot het leven zal wekken. Dan is ze vrij van de tiran; juridisch vrij, en levend om haar Nieuwe Man te dienen!”
Dat is de geschiedenis, nogmaals: u moet het voor uzelf maar nalezen vanavond in Romeinen 7 : 1 t/m 6! Want die perfectionistische, veeleisende man is de wet: “Gij zult en gij zult niet!” Die veleisende man die mijn oude natuur prikkelt en die de zonde in mij prikkelt, en mij er vervolgens om veroordeelt. Die vrouw dat bent u dat ben ik, dat is de gelovige in Christus. En die andere liefdevolle Man, dat is natuurlijk de Heiland, de Heere Jezus. Het is Gods Plan dat Hij ons doodt in de dood van Christus, zodat wij verlost van de wet, zonde en satan: vrij zijn om de Heere Jezus in liefde en dankbaarheid te dienen! Wat een Plan, hè! Wat een Plan! Dat geeft troost! Dat is die geschiedenis die staat in Romeinen 7! Dat doet het Woord van God, dat je sterft in Christus en vervolgens stelt ze je in staat om voor die Grote Liefde, Die van Zichzelf ook zegt: “Ik ben Liefde!” te kunnen leven! De Heere Jezus Christus. Romeinen 7 : 6 zegt het zo:
Schriftlezing: Romeinen 7 : 6:
“Maar nu zijn wij geen slaaf van de wet (gestorven aan dat waaraan wij vast zaten): zodat wij in nieuwheid van geest dienen, en niet in oudheid van letters!”
Dat is wat de Heere Jezus voor ons heeft gedaan, dat wij niet langer vast zitten aan die heerszuchtige man van dood en van zonde. In Galaten 2 : 20 schrijft de apostel:
Schriftlezing: Galaten 2 : 20:
“Ik ben met Christus gekruisigd en ik leef, maar niet meer ik maar Christus leeft in mij! En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft lief gehad en Zich voor mij heeft over gegeven!”
In Kolossenzen 3 : 3 zegt de apostel:
Schriftlezing: Kolossenzen 3 : 3:
“Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God!”
Je bent gestorven! Dat is een terugkerend thema in de Bijbel, dat het volbracht is; het is voltooid tegenwoordige tijd! We hoeven niet onszelf te kruisigen: dat is al gebeurd! Leef er nu uit! Zoals Kolossenzen 3 zegt: “Lieg niet meer tegen elkaar, aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt, en u met een nieuwe mens bekleed hebt!” Voltooid tegenwoordige tijd. Wanneer je je die oude mens uitgetrokken? Wanneer heb je die nieuwe mens aangedaan? Dat is gebeurd op hetzelfde moment dat je door de Heilige Geest in Christus bent gedoopt. Op dat moment ben je een nieuwe schepping geworden in de Heiland. Ik ben positioneel dood voor mijn oude, zondige natuur! En nu ziet de Heere van uit Zijn Heilige woning als zodanig. De grote vraag is nu natuurlijk: hoe kan ik nu overeenkomstig mijn positie leven? Ik ga afsluiten; het duur niet lang meer. Kolossenzen 2 : 6 en 7. Hoe kan ik nu concreet, zeg maar: mee aan de slag gaan? De brief van Paulus aan de Kolossenzen; en van de brieven in het N-T die ik een jong-gelovige zou willen laten lezen. Daar staat zoveel in over de Heere Jezus Christus; over Zijn lijden en sterven: alles wat Hij voor ons heeft gedaan. Een geweldige brief. Iemand die pas tot de Heere gekomen is: laat hem ook het Johannes-evangelie lezen, of laat hem de Kolossenzenbrief lezen; een geweldige brief. We lezen nu Kolossenzen 2:
Schriftlezing: Kolossenzen 2 : 6 en 7:
“Zoals u dan Christus Jezus de Heere hebt aangenomen (Aha, dus dat is gebeurd: je hebt het aangenomen, het is een geschenk: de Heere heeft je aangenomen; wat moet je doen?) “Wandel in Hem!” (Nu leef je in Hem. Dat is je positie: in Hem; een van de 130 teksten: in Hem! Wandel, leef in Hem. Hoe dan?) “Geworteld en opgebouwd worden in Hem, bevestigd in het geloof zoals u onderwezen bent. Wees daarin overvloedig met dankzegging!”
“Zoals u dan Christus Jezus de Heere hebt aangenomen: wandelt in Hem!” Zoals u Christus hebt aangenomen, zo moet ik wandelen! Zo moet ik leven! En nu is de vraag natuurlijk: hoe hebt u dan Christus aangenomen? Er staat hier, hebt u het gezien: “Zoals u Christus Jezus de Heere hebt aangenomen, zo wandel in Hem!” Ja? Hoe heb je Christus aangenomen? Dat is makkelijk: door het geloof! Geloofsvertrouwen; je hebt het vertrouwen gesteld op de Heere Jezus Christus. Wat is dat: geloof? Dat is in feite wat u nu allemaal aan het doen bent; u zit allemaal onderuit op uw stoel en u gelooft, u vertrouwt er op dat die stoel u draagt! U bent eigenlijk aan het geloven. Geloven is dat u zich aan Christus overgeeft, zoals u zich overgeeft aan uw stoel, die u draagt! En u geeft zich over aan Christus tot de vergeving van zonden; u gelooft in Hem; u vertrouwt op Hem; u rust in Hem. Nou, zoals je dat gedaan had bij de aanvaarding van Christus als Zaligmaker, zo op diezelfde manier, wandel je in Hem. Namelijk door het geloof! Dat is het antwoord, niet heel moeilijk. Zoals je Christus Jezus de Heere aanvaard hebt, wandel nu ook op diezelfde manier met Hem, namelijk door het geloof! Geloofsvertrouwen! Zie op Hem! Hou deze waarheden voor waar! Geloof daarin! Houdt jezelf dat voor ogen, zoals je Christus voor ogen houdt, hou deze waarheden voor ogen. Daar gat het om. In 2 Korinthe 5 zegt Paulus: “Want wij wandelen door geloof, wij leven door geloof, niet door aanschouwen!” We zijn door het geloof kinderen van God geworden, en het is door het geloof dat wij als kinderen van God leven. Dat is de sleutel. Laten wij dat verduidelijken met een voorbeeldje. Stel: ik woon en leef op een vuilnisbelt (dat is niet waar, gelukkig!) Ik heb geen rode cent te makken. U daarentegen: ik ben een zeer vermogend mens; u zwemt in het geld. U hebt met mij te doen. En het is daarom dat u één miljoen op mijn rekening wil schrijven. U komt naar mij toe, ik bevind mij tussen het afval, en u zegt: “Maarten, er staat een miljoen euro op je bank; hier heb je een creditcard, koop een huis, koop nieuwe kleren, koop eten en drinken. Ga je wassen!” Op hetzelfde moment dat ik die creditcard aanvaard, ben ik miljonair! En vanaf dat moment heb ik keuze: blijf ik nog op de vuilnisbelt? Eet ik nog die schillen? Blijf ik die lompen dragen? Blijf ik in het bouwvallige hutje, in die krottenwijkwijk wonen? Als ik wil kan ik zo blijven leven! Ik ben een miljonair, maar je kan als armoedzaaier blijven leven! Zo zijn veel christenen: geestelijke armoedzaaiers; ze leven op een geestelijke stortplaats, hoewel ze geestelijk heel rijk zijn. Ze hebben alles ontvangen, de volheid in Christus, maar ze schrapen nog steeds uit dezelfde emmers van deze wereld. Ze hebben nog niet geleerd om overeenkomstig hun positie te leven. En het wordt de hoogste tijd dat jij en ik, dat wij als kinderen van God onze geestelijke creditcard gaan gebruiken! Dat we naar onze geestelijke rijkdom gaan leven. Dat we gaan handelen op basis van datgene wat we zijn in de Heere Jezus Christus. In Romeinen 6 : 8 zegt Paulus: “Vrijgemaakt van de zonde, bent u dienstbaar gemaakt aan de gerechtigheid, maar nu van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht die tot heiliging leidt, met als einde het eeuwige leven!” Maar het leidt wel tot heiliging. Weet u, onderzoek van de menselijke natuur heeft uitgewezen dat de mens handelt op basis van wat de mens van zichzelf denkt; wat voor plaatje hebt u in uw bovenkamer van uzelf? Hoe denk je over jezelf? Als je jezelf lelijk vindt, zul je jezelf zo gaan gedragen en een minderwaardigheidscomplex gaan ontwikkelen, en het zal aan je hele leven zichtbaar worden. Geestelijk geldt hetzelfde principe: als we onszelf blijven veroordelen, blijven aanklagen over begane zonden en onszelf voortdurend voor ogen houden hoe zondig wij zijn, en onszelf daarop focussen, dan zullen wij eindelijk neergebogen worden, en uiteindelijk als je zo met de zonde in je leven bezig bent: zul je tot de zonde aangetrokken worden en zul je tot de zonde komen! Die focus op de zonde heeft nog nooit een zondaar geheiligd of gered! Wij handelen naar datgene wat wij over onszelf denken. Hoe denk je over jezelf? Wil je over jezelf gaan denken zoals de Heere God over je denkt? De Heere God spreekt kinderen van God aan, zij die uit genade door het geloof, door de Heilige Geest zijn wedergeboren als Gods kinderen. Wij moeten naar onszelf gaan kijken zoals de Heere naar ons kijkt, namelijk in Christus, in de hemel, triomferend over zonde en over de boze. In de woestijn van de verzoeking moeten we ons bij vernieuwing richten op onze positie in de Heere en wat de Heere daarvan zegt in Zijn Woord. En dat is een bewuste, dagelijkse keuze. Dat is de eerste manier waarop wij de overwinning zullen verkrijgen en naar onze positie als kinderen van God kunnen leven: als gestorven, begraven en opgestaan met Christus; en ons voortdurend voor ogen houden: kijk naar uzelf, denk over uzelf zoals de Heere God over u denkt in Christus! Buiten Christus denkt de Heere God over u als en verloren mens. U mag op de plaats waar u nu zit ingaan op de roepstem van de Heere uw God. Een zucht is genoeg! Eenvoudig op de Heere Jezus zien: “Ik geloof dat U in mijn plaats voor mijn zonden bent gestorven aan het kruis! Ik wil graag bij U horen!” Dat doe je niet als je je niet onderwerpt aan de Heilige Geest. Dat doe je allen onder Zijn overtuigende werkzaamheden. Maar: kom dan tot Hem. Ga in op die nodiging. Nogmaals: je kan die nodiging horen en horen en horen en horen in de kerk, ’s zondags in de kerk, en toch niet komen! “Heden indien gij Zijn stem hoort, verhardt u niet maar laat u leiden!” Kom tot de Heere Jezus, aanvaardt de Heere Jezus. Zeg: “Ja, Heere Jezus, hier ben ik!” Geef u gewonnen aan Hem Die in uw plaats wilde lijden en sterven voor uw zonden en tegen derden dage is opgestaan van de doden!
Ik dank u!
Plaats: Bommelerwaard
Thema: Volkomen vreugde!
Datum: 10 april 2012
Tekst: Johannes 15 : 11
Beluisteren Lezing >>
Beluisteren Vragenbeantwoording >>
Opslaan of printen Lezing in PDF >>
Wilt u reageren op de lezing dan kunt u mailen naar: [email protected]
“Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u zal blijven en uw blijdschap volkomen zal worden!”
Goedenavond allemaal!
Wij zijn een paar weken bezig met een systematische overdenking van het normale (en daarmee bedoel ik het Bijbelse) christenleven. En we hebben tot nu toe een aantal geweldige, fundamentele feiten over het christelijk leven ontdekt! Wij hebben geleerd dat de mens een zondaar is; ja, dat hij door en door zonde is; dat hij tot in de vezels van zijn bestaan verdorven is; dat er werkelijk geen goed aan de mens is. En omdat hij een zondaar is, is de mens van nature gescheiden van zijn Schepper! De mens dientengevolge een geestelijke dode; een geestelijke blinde; een geestelijke dove. Ook leerden wij dat de Heere de scheiding tussen God en mens heeft overbrugd, door de verstoorde relatie tussen hem en ons te herstellen. Namelijk door het plaatsvervangend lijden en sterven van Gods Eeuwige, ongeschapen, volmaakte Zoon: de Heere Jezus Christus! Door het geloof in Hem, Zijn Plaatsvervangend verzoenend lijden en sterven aan het Kruis van Golgotha is de weg tot de Vader opnieuw geopend; en is de scheiding, de kloof tussen God en mens, overbrugd. En nu kunnen wij uit genade en door het geloof genieten van een harmonieuze relatie tussen God en mens. In 1 Johannes 5:11, zegt de apostel: “En dit is het getuigenis, God heeft ons eeuwig leven gegeven. En dit is in Zijn Zoon. Die de Zoon heeft, heeft het leven. En die de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet!” M.a.w.: Gods Zoon, de Heere Jezus Christus, is beslissend voor de vraag of iemand eeuwig leven heeft of niet. En dan eindigt diezelfde apostel in de eerste brief, in het vijfde hoofdstuk, in het dertiende vers, dan zegt hij dit: “Dit heb ik u geschreven aan u die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat u weet dat u het eeuwige leven hebt en opdat u gelooft in de Naam van de Zoon van God!” Johannes identificeert het eeuwige leven als de Persoon van de Heere Jezus Christus! Het leven is in de Heere Jezus Christus! De zekerheid van het eeuwig leven, de heilszekerheid, de geloofszekerheid is het voorrecht van allen die onder het overtuigende werk van de Heilige Geest, zichzelf hebben toevertrouwd aan de Heere Jezus Christus voor de vergeving van hun zonden. Nu, de gelovige is door de Heilige Geest in Christus gedoopt! En daartoe heeft de gelovige deel aan alles wat Christus heeft gedaan, en alles wat Zijn mensheid betreft als Offer heeft volbracht. Wij noemen dit de eeuwige positie van de gelovige. En daar zijn we nu al en paar weken mee bezig. Wij noemen dit de eeuwige positie van de gelovige in Christus. Alles wat Christus leert en alles wat Hij heeft gedaan, wordt de gelovige om niet toegerekend. Dat zijn eeuwige beslissingen die door de Heilige Geest verzegeld zijn vast zijn gemaakt en waar zijn voor elke gelovige in de Heere! En op hetzelfde moment als iemand door de Heilige Geest ontdekt wordt aan zijn zonden en zijn verloren positie, en de ogen van zijn hart geopend worden voor het plaatsvervangend en verzoenend sterven van de Heere Jezus Christus, aan het kruis op Golgotha, op hetzelfde moment plaatst de Heere ons in Christus. En vanaf hetzelfde moment ziet die Driemaal Heilige, ontzagwekkende, soevereine Schepper van hemel en van aarde ons in Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus. En dan spreekt de Bijbel maar liefst in 130 tekstgedeelten over de positie in Christus; 130 Nieuwtestamentische passages spreken over die unieke en bijzondere positie die wij hebben voor de Heere God in de Heere Jezus Christus; indien wij werkelijk vergeving van zonden hebben ontvangen, gerechtvaardigd zijn en het eeuwig leven hebben; indien wij verzegeld zijn tegen de dag der verlossing; indien wij werkelijk onaantastbaar zijn geworden! Dat is onze positie in Christus. Dus alleen omdat wij in Christus zijn, is het dat de Heere God ons als Zijn kinderen heeft aangenomen. Buiten Christus is er geen hoop! Alleen in Christus kan een mens kind van God worden, en heeft de mens deel, zegt Petrus zelfs: aan de Goddelijke natuur, omdat hij het eeuwige leven in zich heeft. Om daar deel aan te krijgen, wordt de mens opgeroepen door de Heere, om zijn schuld te erkennen en te belijden, en zijn vertrouwen te stellen op de Heere Jezus Christus. Wij kunnen dus absolute heilszekerheid hebben. Absolute geloofszekerheid! Dat is zelfs ook voorwaarde om geestelijk te kunnen groeien! Dit is een uitermate belangrijke waarheid. En de belangrijkste reden, broeders en zusters: de belangrijkste reden dat gelovigen die hun vertrouwen hebben gesteld op de Heere Jezus Christus, toch geen heilszekerheid hebben, is omdat het getuigenis van mensen hoger wordt gewaardeerd dan het getuigenis van God. Datgene wat mensen zeggen, dat is in de loop van de geschiedenis, de traditie, maar dat dit hoger wordt gewaardeerd dan het klare speken van de Heere God!
Over die heilszekerheid daar spreekt de Heere Jezus Zelf meerdere malen over in Gods Woord. Een van die beroemde teksten over dit onderwerp is Johannes 10:10B, waar Hij zegt: “Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben!” Waarom is de Heere Jezus 2000 jaar geleden in het nachtelijk duister van Judea Mens geworden? Waarom heeft Hij die stap over de drempel gezet? Waarom heeft Hij de Mantel van Zijn Goddelijke heerlijkheid afgelegd en is Hij aan ons mensen gelijk geworden? Waarom? Hij zegt in Johannes 10: “Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben!” Daarom is Christus gekomen: leven! En niet alleen leven, maar Hij zegt daarbij: “Ik ben gekomen opdat zij leven hebben plus!” Dat is leven plus en leven uit: overvloed! Leven en overvloed. D.w.z.: een vreugdevol leven, waarin de blijdschap en de vreugde over de randen van ons leven vloeit. Dat is hetzelfde als wat David zegt in Psalm 23: “Mijn beker vloeit over!” Dat betekent dat hij feitelijk veel meer ontvangt dan wat hij nodig heeft! De Heere geeft niet op een Haagse manier, niet Zeeuws (zûnig!) Nee, de Heere geeft altijd overvloedig! In 1 Petrus lezen wij (even terzijde) ‘dat wij deel gekregen hebben aan Gods genade naar Zijn rijkdom!’ Niet: van Zijn rijkdom! Als de Heere ons van Zijn rijkdom geeft…..; als ik miljonair ben en ik zeg: ‘ik geef u van mijn rijkdom een euro!’ Fijn! Maar geef ik u naar mijn rijkdom, dan gat u allemaal rechtovereind zitten. Dan wordt het een heel ander verhaal! Nou, precies, dat is nu wat we hier hebben! De Heere God geeft niet allen maar leven, maar Hij geeft leven en overvloed! En dat wil zeggen: een vreugdevol leven, ‘mijn beker vloeit over’….; Hij geeft meer dan we werkelijk nodig hebben. Overvloedig! De Heere heeft meer gedaan dan onze ziel te redden; Hij heeft voorzien in onuitputtelijke bronnen waaruit wij mogen putten, wardoor mijn leven een gelukkig leven wordt; een leven van volkomen blijdschap! Ik heb getwijfeld over de titel voor deze Bijbelstudie. Ik dacht: ‘hoe noem ik het nu precies?’ Je hebt de vreugde van een christenleven; eigenlijk is het: volkomen vreugde! Volkomen vreugde! Ja, dat is eigenlijk nog mooier, want daar gaat het hier om: volkomen vreugde; blijdschap! Als er vreugdevolle mensen bestaan, als er blijmoedige mensen bestaan op deze wereld, dan is het goed; dan is het volkomen goed. De Heere is gekomen opdat wij leven hebben en overvloed hebben! De vraag is natuurlijk: hoe kunnen wij dat vreugdevolle christenleven leven? Hoe kun je als kind van de Ene Levende God in deze tegenwoordige, duistere wereld, waarin de boze rondgaat, brullend als een briesende leeuw, zoekend wie hij kan verslinden, hoe kun je in deze wereld vreugdevol en blijmoedig leven? Antwoord: de mate van ons geluk wordt bepaald door de maat waarin ons dagelijks leven overeenkomt met onze positie als kinderen van God! Nog eens: de mate van ons geluk wordt bepaald door de maat waarin ons dagelijks leven overeenkomt met onze positie als kinderen van God! M.a.w.: de mate van de gezindheid van Christus in ons leven, bepaalt de mate van ons geluk wat wij ervaren in de praktijk van ons dagelijks leven. Hoe meer gelijkvormigheid aan het Beeld van de Zoon, hoe groter het geluk! Anders gezegd: hoe meer de Heere aan Zijn eer komt, in jou en in mijn leven, hoe gelukkiger wij zullen zijn. M.a.w.: hoe meer wij beantwoorden aan het oorspronkelijk doel waarvoor God ons geschapen heeft, hoe gelukkiger wij zullen zijn! Dan spreken we over werkelijk, onaantastbaar geluk; onaantastbare blijdschap. Nu, naast onze eeuwige positie staat ons dagelijks leven. Wij zijn in Christus, en dat spreekt van onze positie. Maar Christus is ook in ons, en dat spreekt van onze levenswandel! Immers, door Zijn inwoning in ons, stelt Hij ons in staat om als christen te leven. De inwoning van de Christus maakt dat ik christen ben en als christen kan leven. Nogmaals: in die maten, waarin de praktijk van ons leven overeenkomt met onze positie in Christus, kunnen wij gelukkige mensen zijn. En hoe groter de afstand tussen de positie als kind van God en de praktijk van je dagelijks leven, hoe groter de kloof daar tussen is, hoe ongelukkiger zul je zijn. En vandaag de dag heb je zoveel ongelukkige kinderen van God. Ik denk wel dat je mag zeggen dat de meest ongelukkige mensen in deze wereld zijn kinderen van God die niet naar hun positie leven. Die het wel geproefd hebben, die er wel van weten, maar in feite niet overeenkomstig die positie leven. Laat me een voorbeeld geven. Wij hebben gesproken met elkaar over het feit dat wij positioneel in Christus zijn wedergeboren; wij zijn uit genade, door het geloof kinderen van de levende God geworden. Nogmaals, daar zit niets van ons bij, dat is alles het toebereidend werk van de Heere in ons hart en leven. Je hoeft alleen maar als zondaar te komen en onze hand op te houden, en de Heere heeft ons het eeuwig leven om niet gegeven. Maar het is door de Heilige Geest dat wij zijn wedergeboren, en het is door de Heilige Geest dat wij nu als wedergeboren mensen roepen: “Abba, Vader!” Die Geest getuigt aan en met onze geest dat wij kinderen van de levende God zijn. En dat geeft en grote mate van geluk in ons leven; die zekerheid, dat je geborgen bent in die grote Borg de Heere Jezus Christus! Maar wanneer wij daar niet naar leven, naar die positie als wedergeboren mens, dan zullen wij ongelukkig zijn. Denk aan de gelijkenis van de verloren zoon, die nog eenzaam en ellendig tussen de varkens probeerde zijn honger te stillen met de schillen van de varkens, en probeerde inhoud te geven aan zijn leven. Maar hij was doodongelukkig! En hij wist om een Vader te hebben. En dan komt er dat onverklaarbare moment dor de Heere gewerkt, dat hij zegt: “Ik zal opstaan en naar mijn Vader gaan en zeggen: ‘Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor U. Ik ben het niet meer waard Uw zoon te heten!” Maar daar wil de Vader niet van horen. Het was al die tijd zo geweest. En hij kwam terug. Maar hij leefde in een staat alsof hij geen kind van de Vader was. En dus was hij doodongelukkig. En dat is een andere positionele waarheid; je moet weten dat je een rechtmatig kind van God bent. Je bent vrij, je bent geroepen om niet langer onder de tuchtmeester van de wet te leven; je bent tot vrijheid geroepen om de Heere uit dankbaarheid en liefde te gehoorzamen. Niet omdat het van buitenaf als een systeem opgelegd is, van: ‘gij zult! En gij zult niet!’ Nee, je bent juist omdat je een kind van God in volle rechten bent, ben je geplaatst in een relatie waardoor je in dankbaarheid en liefde gemobiliseerd de Heere te gehoorzamen! Dat is je positie in de Heere Jezus Christus. Maar als je nog steeds vast houdt aan de wet en naar de eisen van de wet probeert te leven, om daarmee nog wat bij de Heere God te verdienen, och, dan merk je al snel dat je ongelukkig wordt; en dat er vrees en onzekerheid in je leven met God sluipt. En misschien wel angst dat de Heere God je zal straffen bij een overtreding. Je zult krampachtig en ongelukkig worden in je leven. Wanneer wij daarentegen leven overeenkomstig onze positie, als volwassen kinderen van God, rechtmatige kinderen van God in en hernieuwde relatie met Hem, dan zullen wij vrij zijn en gelukkig. En dan kom je niet in een kramp terecht, dan hoef je niet op je tenen te lopen, wat zo vaak ook in zoveel kerken gebeurt, dat mensen na zoveel tijd afhaken in het gemeentewerk. Waarom? Omdat ze het niet gedaan hebben uit liefde en dankbaarheid, maar vaak om nog bij de Heere God in een goed blaadje te komen; om nog iets van Hem gedaan te krijgen; om nog genade te verdienen. In plaats van gemobiliseerd door liefde en uit dankbaarheid. Nee, de Heere heeft mij als gelovige in Christus gerechtvaardigd. Dat betekent dat Hij mij volledig heeft vrij gesproken en er geen beschuldiging meer tegen mij in te brengen is: “Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen van God?” schrijft Paulus. En dan antwoordt hij: “God is het Die rechtvaardig maak!” Vrij spreekt! De grote aanklager heeft geen enkel bewijs meer tegen mij. Hij staat met lege handen! Mijn dossier is leeg! Hij probeert iets tegen Maarten Ezinga te vinden, wat hij tegen mij kan inbrengen, wat hij bij de Rechter van hemel en van arde kan neerleggen, maar hij vindt niks! Ik ben gerechtvaardigd! Er is geen veroordeling; er zijn geen beschuldigingen meer. Dat is mijn positie in de Heere Jezus Christus. Ik ben gerechtvaardigd. En concreet betekent dat voor mijn dagelijkse leven, dat ik mijzelf niet langer aanklaag. Dat ik mijzelf niet langer beschuldig! Als de Heere God dat niet doet en als de grote aanklager dat niet doet, dan mag ook de vrijgesproken misdadiger dat zelf ook niet meer doen! En dat betekent dat ik mijzelf niet meer veroordeel! Dat ik mijzelf niet meer aanklaag! En dat ik de bijpraters die er soms zijn in mijn hart, het zwijgen opleg, door hen te confronteren met wat de Heere God zegt over het kind van God, namelijk dat er geen veroordeling is. Als ik daarentegen op mijn zonden blijf zien, en als ik het oordeel blijf zien, zal ik doodongelukkig worden. In Christus hebben wij vergeving van zonden ontvangen. Wij zullen deze vergeving bewust moeten aanvaarden, dat u zegt: “Dank U wel, Heere God, dat U al mijn zonden uit het verleden, heden en de toekomst vergeven hebt!” Dat is de volkomen vrijspraak van alle zonden die ik ooit gedaan heb en alle zonden die ik nog doe, en alle zonden die ik nog ga doen. En omdat ik zelf ben vrijgesproken vergeef ik ook mijn naaste. De Heere God heeft al mijn zonden vergeven; Hij heeft die in de zee geworpen. Corrie ten Boom zei: “De Heere God heeft er een bordje bij geplaatst: ‘verboden te vissen!” Ik mag er niet meer bij komen. Zo ver het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze overtredingen van ons weg gedaan! En dat betekent dat mijn positie in Christus, en dat betekent dat ik mijzelf zo moet gaan zien: als een totaal vergeven, vrijgesproken mens! Totaal gereinigd! En van daaruit, vanuit die zekerheid, ook een mens die zijn medemens kan vergeven. Een van de tekenen dat je del hebt aan de vergeving van zonden in Christus, is dat je de ander vergeven hebt, Omdat je ontdekt hebt wat een grote misdadiger je bent en welke misdaden je allemaal vergeven zijn, dat maakt het onmogelijk om een schuldenaar van jou niet te vergeven. Je zult de ander altijd vergeven; altijd vergeven. Ik weet nog goed, het moment dat ik daar voor het eerst aan ontdekt werd. Het was in Vlaardingen, en de Heere had dat zo op mijn hart gebrand, dat wist: ‘vanaf dit moment kan ik nooit meer iemand niet vergeven! Ik zal iemand altijd vergeven!’ Omdat de Heere God mij ontdekt had overtredingen die ik tegen anderen en hem had begaan. En dat maakt dat je een mild mens wordt. Een mild mens! En daar moet ik iedere keer weer opnieuw aan herinnerd worden. Dat is ook mijn ervaring! Dus in de maten waarin mijn dagelijks leven overeenkomt met mijn positie ben ik gelukkig. Dus als ik leef vanuit de vergeving van zonden, vanuit de rechtvaardigmaking (kind van God), als ik uit al deze rijkdommen ga leven, betekent dat, dat ik gelukkig zal zijn. En anders zal ik doodongelukkig worden. Nou, dat is dus leven overeenkomstig mijn positie dat is een doelgericht, inhoudsvol en betekenisvol leven; en leven in overvloed! Ik zal daar een tekst bij opgeven: Efeze 4:1. De Efezebrief bestaat uit twee delen; een leerstellig gedeelte en een praktisch gedeelte; je hebt ortho-doxie en je hebt ortho-practis. Dat eerste gedeelte, Efeze hoofdstuk 1, 2 en 3 is theologie, leerstellig. Het tweede gedeelte is theo-praxie, ortho-praxi: daar gaat het om de praktijk van het leven. Efeze 4:1 daar zie je de omslag, dat is het scharnierpunt. Vanaf dat moment wordt er over de praktijk van het leven gesproken. Nu heeft Paulus in hoofdstuk 1:3 t/m 1:14 gesproken over onze positie in Christus; en dat heeft hij verder uitgewerkt in de teksten daarna. Maar we lezen in dat eerste hoofdstuk allereerst: God heeft ons uitverkoren in Christus, Hij heeft ons verlost in Christus, Hij heeft ons verzegeld in Christus, we zijn erfgenamen (mede-erfgenamen) in Christus. Het handelt allemaal heel sterk over je positie in Christus; dat zijn dus al die 130 teksten over je positie in Christus. In hoofdstuk 4 verlaat Paulus de theorie. En dan krijg je dus in hoofdstuk 4:1 een nieuw punt in de brief, waar het dus over de praktijk gaat. En dan zegt hij: “Ik de gevangene in de Heere, ik roep u op tot een wandel die de roeping waarmee u geroepen bent: waardig is!” Nou, het woord ‘wandel’ duidt er op, zoals u zult begrijpen, op de praktijk van ons dagelijkse leven; onze dagelijkse levenswandel. Het woord waardig, dat betekent: overeenkomstig; gelijk aan; hetzelfde als: hetzelfde als je positie; overeenkomstig je positie. En het woord roeping duidt op je positie als kinderen van God. M.a.w.: wat zegt hij hier? ‘Ga nu leven overeenkomstig datgene wat ik in het voorgaande gedeelte geschreven heb: je positie als God. Ga nu leven waardig overeenkomstig, net als wat ik in het voorgaande gedeelte geschreven heb, namelijk dat je een kind van de levende God bent, verlost, verzegeld tegen de dag der verlossing, erfgenaam van de Heere Jezus Christus; mede-erfgenaam van Hem! Lid hebbend lichaam van Christus, de gemeente!’ Leeft u in overeenstemming met uw positie? De vraag is nu natuurlijk: wat is de oorzaak dat velen niet naar die positie leven; niet waardig wandelen de roeping waarmee de Heere hen geroepen heeft! Wat is je roeping? Je bent kind van God, je hebt je positie in Christus! Hoe kan het nu dat er zovelen zijn die er wel van weten, die jaar op jaar op jaar onder de rechte prediking van Gods Woord komen. Er zit een geweldige kloof tussen datgene wat ze belijden en hun dagelijks leven. Hoe kan dat nou? Hoe verklaar je dat nou? Wat is de oorzaak daarvan? Antwoord: de zonde. De zonde veroorzaakt allerlei conflicten en knelpunten in mijn leven. De zonde is altijd tot smaad van God. In Johannes 15:5, daar lees je dat. Daar zegt de Heere Jezus:
Tekst: Johannes 15 : 5:
“Ik ben de Wijnstok en u de ranken. Wie in Mijn blijft en Ik in hem, draagt veel vrucht. Want zonder Mij kunt u niets doen!”
Wat betekent het om in de Heere Jezus Christus te blijven? Laat ik allereerst zeggen wat het niet betekent. Het betekent niet dat wij in onze positie moet blijven. Dat betekent het absoluut niet. Daar zorgt de Heere voor. “Het is uit God dat u in Christus Jezus bent!” zegt Paulus; en wij kunnen er aan toe voegen: “Het is uit God dat u in Christus Jezus blijft!” Het is een genadewerk van God. Dus dat wordt hier niet bedoeld. Het is niet zo dat je krampachtig moet vasthouden aan je positie als kind van God; en als je dat niet doet, raak je het misschien kwijt! Zo is het niet! Dan zou het uiteindelijk geen genade meer zijn, maar: of ik volhard, en of ik vasthoud, of ik wel in Hem blijf! Zo is het niet, want dan kom je toch met een achterdeurtje toch weer via goede werken binnen! Nee, dat is het niet! ‘In Christus blijven’ betekent hier: overeenkomstig je positie leven! Leven in het licht van wie je bent voor de Heere. Dat is de enige manier waarop wij iets voor de Heere kunnen doen, dat welbehaaglijk is, dat aanvaardbaar is voor Hem. Leven naar je positie! In Johannes 15:10, daar zegt de Heere: “Als u Mijn geboden in acht neemt (Mijn Woord in acht neemt) zult u in de liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijven!” M.a.w.: gehoorzaam nu aan het Woord van God; doe wat daar geschreven staat! En breng je leven in overeenstemming met dat Woord; stem je leven af op dat Woord van God; vul je leven in naar dat Woord van God. En wat is het gevolg van het blijven in de Heere? Wat is het doel waarmee de Heere dit verteld? Vers 11: “Deze dingen heb Ik tot u gesproken opdat Mijn blijdschap in u zal zijn en uw blijdschap volkomen zal worden!” Hij is uit op onze blijdschap! Volkomen blijdschap, daar is de Heere op uit! Mannen en vrouwen, ik hoop dat het landt, dat het bij u binnen komt. De Heere Jezus Christus vertelt deze gelijkenis, en dit onderwijs, met welk doel? Uw blijdschap! Prachtig hè: volkomen blijdschap. Weet u dat is blijdschap waar niets aan ontbreekt; dat is blijdschap waar niets aan mankeert. Volkomen blijdschap is volmaakte blijdschap; dat is absolute vervulling. Absolute vervulling van je leven. Nogmaals: in die mate waarin de praktijk van ons dagelijks leven overeenkomt met onze positie, in die mate zullen wij gelukkig zijn. Gehoorzaamheid en geluk gaan in de Bijbel altijd samen. Geluk is altijd gevolg van door liefde gemotiveerde gehoorzaamheid aan God de Vader aan het geopenbaarde Woord van God. In Johannes 13: 17 zegt de Heere:
Schriftlezing: Johannes 13 : 17:
“Als u deze dingen weet, zalig (d.w.z.: gelukkig) bent u als u ze doet!”
Het is fijn als u ze uit uw hoofd kent, zegt de Heere; het is fijn dat je het weet, maar dan zegt Hij: “Zalig ben je als je het ook doet!” Weet u, door onder de rechte verkondiging te zitten, wordt je niet wedergeboren, wordt je niet heilig en ga je niet op de Heere Jezus lijken. Je kunt vol zitten met kennis, feitenkennis, dardoor ga je niet op de Heere Jezus lijken en wordt je niet behouden. Zalig ben je, gelukkig, als je het doet! De Heere spreekt ons daar aan op onze verantwoordelijkheid die wij hebben om op Zijn Woord in te gaan. Niet alleen maar ja en amen te knikken, of te zeggen: ‘dat is niet zuiver, dat is niet recht in de leer!’ Fijn, als het Woord niet recht wordt verkondigd dat je dan verontwaardigd bent. Dat is nodig, dat is goed; fijn. Maar je zult het moeten doen. Zalig, zalig, gelukkig ben je als je het doet. Het getuigenis van de Bijbel is hier in zonneklaar. Psalm 1 zegt:
Schriftlezing: Psalm 1:
“Welzalig, o hoe gelukkig de mens, de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen, die niet staat op de weg van de zondaars, niet zit op de zetel van de spotters. Maar wie zijn vreugde vindt in het Woord, in de wet van de Heere, en Zijn wet dag en nacht overdenkt!”
Dat is precies hetzelfde; het gaat om de praktische navolging en om gehoorzaamheid. Jakobus, de halfbroer van de Heere Jezus, zegt:
Schriftlezing: Jakobus 1 : 25:
“Gij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid, en daarbij blijft en daarbij leeft, die zal omdat hij nu een vergeetachtig hoorder is, maar een dader van het werk: zalig (gelukkig) zijn in zijn doen!”
Dus nog een keer. Je kan je leven lang onder de rechte prediking van Gods Woord zitten, je kan een hoofd vol met Bijbelkennis hebben, als je niet handen en voeten geeft aan datgene wat je vanuit het Woord krijgt aangereikt, dan schiet je er helemaal geen sikkepit mee op. Je zult moeten gaan doen; je zult er naar moeten gaan leven; je moet gaan antwoorden; je moet in antwoord op Gods nodiging komen en je leven in overeenstemming gaan brengen met dat Woord. Een geheiligd en gehoorzaam en gelukkig leven gaan hand in hand samen. Nogmaals: een geheiligd, gehoorzaam en gelukkig leven gaan hand in hand. Het is niet los verkrijgbaar. Dat ene is het andere. Helaas zijn er ook veel gelovigen die het geluk op andere plaatsen zoeken; die zoeken het geluk, ondanks dat ze onder de rechte prediking komen, in het materialisme, in het hebben van dingen, in de bevrediging van de hartstochten, of rusten op hun positie in de wereld: de eer van mensen, de roem van mensen! Die hebben het niet begrepen. Want de volkomen vreugde de ware levensvervulling vindt een mens alleen wanneer hij, zoals de Heere zegt: naar dat Woord gaat leven, met de inwoning van de Heere Jezus Christus, met de inwoning van de Heilige Geest! Ik heb er dan ook bezwaar tegen als er gezegd wordt: ‘kom tot Jezus en je wordt gelukkig!’ Natuurlijk, dat is positioneel wel waar, maar daar is niet alles mee gezegd. Want er zijn ik weet niet hoeveel mensen, die als je ze het op de man af zou vragen: ‘geloof je dat de Heere Jezus je Zaligmaker is; je Redder is?” Dat ze na enig vragen, zeggen: “Uiteindelijk geloof ik dat Hij mijn Borg is!” Maar ze zijn niet gelukkig; ze zijn niet gelukkig. Je ziet het aan hun leven. Hun leven communiceert non-verbaal, zonder woorden: dat ze niet gelukkig zijn. Immers het zal zich moten bewijzen in een leven dat in overeenstemming is met hun positie! En daar gaat het geluk groeien. Dus alleen maar kennis van je positie, alleen maar die kennis hebben in je hoofd, dat doet nog niet zoveel. Nu moet ik gaan leren om al die geweldige waarheden die bij mijn positie horen, te gaan plaatsen en mijn leven in dat licht te gaan leven. Dat is en proces, dat doe je niet van de één op de andere dag. Maar dat heeft tijd nodig. Maar je gaat jezelf daarin oefenen en trainen, en je houdt jezelf die waarheden voor. Want je gat jezelf zien, zoals de Heere God je in Christus ziet. En zo moet je ook naar jezelf gaan kijken. Ik kom daar straks nog op terug. Als het goed is ontwikkelen gelovigen door de inwoning en de inwerking van de Heilige Geest een honger, en verlangen naar gerechtigheid en heiligheid. Jezus zegt het zo: “Zalig (gelukkig) zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden!” Weet u wat dat is: gerechtigheid? Ik heb het hier een keer eerder genoemd; gerechtigheid dat is alles wat in overeenstemming is met Gods Heilig Wezen, Gods Heilig Woord en Gods wil; en alles wat daarmee in overeenstemming is, dat is gerechtigheid. En zij die daar naar hongeren, naar Gods Woord, naar Gods wil, naar Gods eer: “Zalig die naar hongeren en dorsten, want zij zullen verzadigd worden!” En iemand die werkelijk de Heere toebehoort, zal door de inwoning en door de inwerking van de Heilige Geest die honger herkennen in zijn leven. We zullen dan ook gelukkig worden omdat we dan het welbehagen van de Heere over ons leven mogen ervaren.
Goed, een lange inleiding om belangrijke dingen duidelijk te maken. Ik hoop dat het duidelijk wordt; moge de Heere dat geven. Wij willen nu vier regels of principes bespreken die ons helpen om de zonde in ons leven te overwinnen, en te genieten van het leven van volkomen vreugde: het normale christelijke leven. Vandaag beperk ik mij tot de eerste regel. Sommigen van u werden al een beetje onrustig en denken: ‘nou, dat wordt een lange avond!’ Nee, hoor, ik beperk mij tot de eerste regel. Met het eerste handvat wat ik wil aanreiken tot overwinning, overlappen we daarmee een beetje een Bijbelstudie van de vorige keer, maar we kunnen dat niet genoeg onderstrepen en elkaar in herinnering brengen. Dus vandaag alleen de eerste regel, en dat is, en dat zal u na de vorige keer bekend voor komen: ken uw positie. Dus gewoon: kennen! Dus het begint met wetenschap. Al u met mij nog een keer opzoekt, Romeinen hoofdstuk 6. Daar vraag Paulus:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 1:
“Wat zullen wij dan zeggen, zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneme?”
Want als de Heere mij uit genade en door het geloof mijn zonden vergeeft, dan kan ik net zo goed in de zonden blijven leven, want ‘de Heere God vergeeft mij toch!’ Dat was de redenatie hier: ‘en dan kan ik iedere keer weer Gods genade ervaren!’ “Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneme?” Mag ik in de zonden blijven leven? Mag ik als kind van God in de zonde blijven leven, opdat de genade toe zal nemen; opdat ik iedere keer Gods genade weer zal ontdekken, en elke keer opnieuw dat weer mag ervaren? Mag dat? “Mag ik als kind van God in de zonde blijven leven?” Ziet u wat Paulus zegt? “Volstrekt niet!” De gedacht allen al is stuitend. Waarom? Omdat de Heere Jezus die smartelijke dood aan het kruis heeft ondergaan, en met elke zonde waarin je volhardt spijker je als het ware de nagel opnieuw weer in zijn handen en in zijn voeten. Daarom mag je in de zonden niet volharden! Volstrekt niet! Sterker had Paulus dat niet kunnen zeggen. Dat is en complete, algehele ontkenning! Mag jij uit genade….; en dat is niet hoogmoedig om te zeggen…..; let u goed op: het is niet hoogmoedig om te zeggen dat je en kind van God bent. Mag u uit genade en door het geloof in de Heere Jezus Christus zeggen: “Ja niets van mij maar alles van de Heere: uit genade ben ik een kind van God!” Dan is Gods Woord aan u dat u niet bij de zonde mag blijven; dan wil de Heere dat er dus levensheiliging is; dan is de Heere er op uit, dat wil zeggen: de zonden mag in je leven worden terug gedrongen en de overwinningskracht van Christus waarmee Hij uit de dood is opgestaan, mag in jouw leven manifest worden! Waardoor de zondenmacht in jouw leven wordt terug gedrongen. Daar gaat het om; als kind van God mag je niet in de zonde blijven leven! Nee, volstrekt niet! Nu zie je dat er zowel in vers 1 als in vers 2 over de zonde wordt gesproken: enkelvoud! Dat wijst op onze zondige natuur! Dat wijst niet op de zonden die we doen; zonden die we doen, maar dat wijst op de zondaar, op het zondige hart in de zondaar, onze zondige natuur; de oude mens, zeg maar; onze zondige geaardheid is feitelijk de bron van alle ellende. Dus wat heeft de Heere met onze zondige geaardheid gedaan, vers 3? Ziet u dat: vers 3. Leest u maar me met uzelf:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 3:
“Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn?”
Het begint er dus mee, dat we wat moeten weten. Hij zegt: “Of weet u niet?” Je hebt bepaalde kennis nodig om het normale christelijk leven te kunnen leven. Je moet wat weten: “Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn?” Wie zijn die ‘allen’? Er wordt gesproken over: allen! Antwoord: dat zijn allen die onder het overtuigende werk van de Heilige Geest tot geloof gekomen zijn. Die allen die zijn in Jezus’ doop gedoopt. En ‘doop’ betekent hier: identificatie, vereenzelviging! Ik heb de laatste keer dat voorbeeldje gebruikt; misschien kan ik het nog een keer doen, voor degenen die er toen niet bij waren. Stel u voor: dit bent u; mijn hand doet het werk van de Heilige Geest, en de Bijbel is de Heere Jezus; Hij is het vleesgeworden Woord, het geschreven Woord. Nu, op hetzelfde moment dat u uw vertrouwen stelt op de Heere Jezus Christus, voor de vergeving van zonden en het eeuwige leven. Dat is wat God de Heilige Geest dan met u doet: Hij doopt u in de Heere Jezus Christus. Waar bent u nu? In Christus! God ziet u in Christus: Hij ziet Zijn Zoon, en in Zijn Zoon bent u! Die gerechtigheid, dat hele leven van de Heere Jezus, dat wordt u toegerekend. Alleen daarom bent u een kind van God. Maar Hij heeft u heel bijzonder geïdentificeerd met de drie belangrijkste gebeurtenissen uit het leven van de Heere Jezus, te weten: Zijn dood, Zijn begrafenis, Zijn Opstanding! De Heere God ziet u in Hem, en de dood van Christus is uw dood; en Zijn Opstanding is uw opstanding! Zo ziet God u! Dat is uitermate belangrijk, want het gat hier allereerst nu om kennis; om wetenschap! Dit weet u toch? Dit moet u weten, want het gaat hier dus om de vraag: “Mogen we bij de zonde blijven opdat de genade des te meerder worde? Nee, volstrekt niet!” En dan gaat hij ons uitleggen hoe we niet bij de zonde kunnen blijven en hoe de zondemacht terug gedrongen kan worden. En hij zegt: ‘dat begint met en weten, namelijk dat je door de heilige Geest in Christus gedoopt bent; dat is die positie. En je bent geïdentificeerd, of vereenzelvigd met de drie gebeurtenissen uit het leven van de Heere Jezus, namelijk: Zijn dood, Zijn begrafenis en Zijn Opstanding!’ Waarom zijn wij positioneel met Christus gestorven en opgestaan? Waarom? Vers 4. Lees maar mee, vers 4. Waarom? Dan krijgen we het volgende antwoord:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 4:
“Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood….; (de doop is hier de Geestesdoop, de Geest Die ons in Christus doopt!)…..; opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader….; (en nu komen we tot het doel:)….; zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen!”
Ziet u dat? Dus: ‘mogen wij in de zonde blijven opdat de genade toeneme? Volstrekt niet!’ Uitleggen: hoe kan ik dan leven naar mijn positie? Dat begint met een weten: Christus’ dood, begrafenis en opstanding. Ik ben in Hem! Ik ben in Christus. Hij zegt: ‘waarom heeft dat plaats gevonden? En dan zegt hij in vers 4: “Zo dat wij in en nieuw leven zouden wandelen!” Daar begint het dus mee. Het begint dus die kennis van je positie in Christus. En dat heeft tot gevolg, uiteindelijk leidt het er toe dat je tot een nieuw leven, dat je een nieuwe levenswandel krijgt: het oude is voorbij gegaan, en het nieuwe is gekomen. Je bent een nieuwe schepping in de Heere Jezus Christus. “Opdat wij in nieuwheid des levens zouden wandelen!” M.a.w.: wij zijn voor onze oude natuur gestorven! Dat moet je weten: man! Dat moet je weten: vrouw! Vers 6:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 6:
“Dit weten wij toch? (Wat?) Nou, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat (opnieuw: het doel; wat is het doel?) Opdat het lichaam van de zonde teniet gedaan zou worden en wij niet meer slaven van de zonde zouden zijn!”
Dat is het doel. Ik ben met Christus gestorven. Met welk doel: opdat ik niet meer slaaf ben van de zonde en ik mijn zonde niet langer hoef te gehoorzamen. Het lichaam van de zonde is, zoals er staat in de Herziene Statenvertaling staat: te niet gedaan! In de zin van: machteloos gemaakt. Zijn macht is hem ontnomen. Hij heeft niet langer aanspraak op mijn leven. Ik hoef hem niet langer te gehoorzamen. Dat is mijn positie; zo ziet de Heere God mij, als een gestorven en begraven en opgewekt mens. Dat is mijn positie. Hoe belangrijk is het dat u en ik, dat wij: onszelf gaan zien zoals de Heere God ons ziet: in Christus. Alleen dan kun je naar je positie gaan leven. Zo lang je op jezelf kijkt in de eerste Adam, wordt het mineur in je leven; wordt je down, een neergebogen mens. In Christus is je positie; zo kijkt God naar je; zo moet je jezelf gaan zien; daar begint het mee. Daar begint de overwinning op de zonde in je leven. Alleen daar begint het, met die kennis! Hij is niet alleen voor onze zonden gestorven, maar Hij is ook voor de ZONDE gestorven! Niet alleen voor de ZONDEN, onze schuld, alles wat we fout doen, maar ook voor de ZONDE: de oude mens! Vers 10 zegt:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 10:
“Want wat Zijn sterven betreft is Hij voor eens en voor altijd voor de ZONDE gestorven!”
Zit u? Daar gaat het weer om die natuur, die oude zondige mens. En waarom dan? Vers 6:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 6:
“Opdat wij niet meer als slaaf de zonden zonde zouden dienen!”
En daarom dat de Heere mij in Christus gedoopt heeft en vereenzelvigd heeft met de dood van Christus’ dood aan het kruis, zodat ik niet langer zondenslaaf ben. Daar begint het mee. Als je dood bent hoef je de bevelen van koning dood niet langer te gehoorzamen! Ik heb dat de laatste keer geïllustreerd met een alcoholist. Koning alcohol zegt: “Drinken!” Maar ik zeg: “Ik ben in Christus! En ik hoef koning zonde niet meer te gehoorzamen!” Je bent in feite gestorven voor de bevelen van koning zonde. Je bent gestorven voor de bevelen van je oude, zondige natuur. Positioneel! Let u goed op: positioneel! Het gaat nog op dit moment om je zelf te zien zoals de Heere God je ziet! Vers 7 zegt:
Schriftlezing: Romeinen 6 : 7:
“Want wie gestorven is, is juridisch (rechtens) vrij van de zonde!”
In Romeinen hoofdstuk 7 geeft Paulus hiervan en prachtige illustratie als samenvatting. Je zou het als volgt kunnen verwoorden. Romeinen 7 : 1 t/m 6
Schriftlezing: Romeinen 7 : 1 t/m 6:
“Het is als met een vrouw die met een perfectionistische en veeleisende man is getrouwd. Hij is volmaakt en hij eist dat ook van zijn vrouw. Hij wil dat zij volmaakt leeft. Maar hij steekt ondertussen geen hand uit om haar te helpen. Hij laat haar feitelijk maar tobben en veroordeelt haar tekortschietingen en haar gebreken. Er kan geen vriendelijk of bemoedigend woord van af; zij kan eigenlijk nooit aan zijn eisen voldoen! Daarom ook dat ze in voortdurende vrees en in voortdurende angst leeft: ‘heb ik het wel goed gedaan? Heb ik hem wel behaagd? Zou hij nu wel blij met mij zijn?’ Het leven met hem is een en al ellende: jaren en jaren achtereen leeft ze zo. Maar dan op een dag ontmoet ze een andere man, en ook Hij is volmaakt! Hij is perfect! Maar dat niet alleen: Hij is ook vriendelijk en liefdevol, begripsvol, en vergevingsvol, en hulpvaardig. En ze wordt verliefd op Hem, en ze wil met Hem verder; ze wil met Hem trouwen. Maar dat is niet mogelijk! Die ander, die zo veeleisend is en geen vinger uitsteekt om haar te helpen, dat is har wettige man! Dus, het is onmogelijk om met die nieuwe vriend te trouwen! Tenzij zij sterft voor haar eerste man! De man zelf zal niet sterven! Die is kerngezond! Nu zit ze haar leven lang met hem opgescheept. Wat gaat ze doen? Wat gaat ze doen? Haar Nieuwe Liefde heeft een Plan! Hij zegt: “Weet je wat? Ik maak je dood!” Een leuk Plan zul je zeggen! Hoe zal zij met har Nieuwe Liefde kunnen trouwen als ze dood is? Nu, als ze dood is, is ze voor de Wet ontslagen en bevrijd van die eerste tirannieke man; dat is het eerste deel van Zijn Plan! Hij bepaalt: u moet sterven! Het Tweede Deel van het Plan bestaat daar uit, dat haar Nieuwe Liefde haar weer tot het leven zal wekken. Dan is ze vrij van de tiran; juridisch vrij, en levend om haar Nieuwe Man te dienen!”
Dat is de geschiedenis, nogmaals: u moet het voor uzelf maar nalezen vanavond in Romeinen 7 : 1 t/m 6! Want die perfectionistische, veeleisende man is de wet: “Gij zult en gij zult niet!” Die veleisende man die mijn oude natuur prikkelt en die de zonde in mij prikkelt, en mij er vervolgens om veroordeelt. Die vrouw dat bent u dat ben ik, dat is de gelovige in Christus. En die andere liefdevolle Man, dat is natuurlijk de Heiland, de Heere Jezus. Het is Gods Plan dat Hij ons doodt in de dood van Christus, zodat wij verlost van de wet, zonde en satan: vrij zijn om de Heere Jezus in liefde en dankbaarheid te dienen! Wat een Plan, hè! Wat een Plan! Dat geeft troost! Dat is die geschiedenis die staat in Romeinen 7! Dat doet het Woord van God, dat je sterft in Christus en vervolgens stelt ze je in staat om voor die Grote Liefde, Die van Zichzelf ook zegt: “Ik ben Liefde!” te kunnen leven! De Heere Jezus Christus. Romeinen 7 : 6 zegt het zo:
Schriftlezing: Romeinen 7 : 6:
“Maar nu zijn wij geen slaaf van de wet (gestorven aan dat waaraan wij vast zaten): zodat wij in nieuwheid van geest dienen, en niet in oudheid van letters!”
Dat is wat de Heere Jezus voor ons heeft gedaan, dat wij niet langer vast zitten aan die heerszuchtige man van dood en van zonde. In Galaten 2 : 20 schrijft de apostel:
Schriftlezing: Galaten 2 : 20:
“Ik ben met Christus gekruisigd en ik leef, maar niet meer ik maar Christus leeft in mij! En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft lief gehad en Zich voor mij heeft over gegeven!”
In Kolossenzen 3 : 3 zegt de apostel:
Schriftlezing: Kolossenzen 3 : 3:
“Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God!”
Je bent gestorven! Dat is een terugkerend thema in de Bijbel, dat het volbracht is; het is voltooid tegenwoordige tijd! We hoeven niet onszelf te kruisigen: dat is al gebeurd! Leef er nu uit! Zoals Kolossenzen 3 zegt: “Lieg niet meer tegen elkaar, aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt, en u met een nieuwe mens bekleed hebt!” Voltooid tegenwoordige tijd. Wanneer je je die oude mens uitgetrokken? Wanneer heb je die nieuwe mens aangedaan? Dat is gebeurd op hetzelfde moment dat je door de Heilige Geest in Christus bent gedoopt. Op dat moment ben je een nieuwe schepping geworden in de Heiland. Ik ben positioneel dood voor mijn oude, zondige natuur! En nu ziet de Heere van uit Zijn Heilige woning als zodanig. De grote vraag is nu natuurlijk: hoe kan ik nu overeenkomstig mijn positie leven? Ik ga afsluiten; het duur niet lang meer. Kolossenzen 2 : 6 en 7. Hoe kan ik nu concreet, zeg maar: mee aan de slag gaan? De brief van Paulus aan de Kolossenzen; en van de brieven in het N-T die ik een jong-gelovige zou willen laten lezen. Daar staat zoveel in over de Heere Jezus Christus; over Zijn lijden en sterven: alles wat Hij voor ons heeft gedaan. Een geweldige brief. Iemand die pas tot de Heere gekomen is: laat hem ook het Johannes-evangelie lezen, of laat hem de Kolossenzenbrief lezen; een geweldige brief. We lezen nu Kolossenzen 2:
Schriftlezing: Kolossenzen 2 : 6 en 7:
“Zoals u dan Christus Jezus de Heere hebt aangenomen (Aha, dus dat is gebeurd: je hebt het aangenomen, het is een geschenk: de Heere heeft je aangenomen; wat moet je doen?) “Wandel in Hem!” (Nu leef je in Hem. Dat is je positie: in Hem; een van de 130 teksten: in Hem! Wandel, leef in Hem. Hoe dan?) “Geworteld en opgebouwd worden in Hem, bevestigd in het geloof zoals u onderwezen bent. Wees daarin overvloedig met dankzegging!”
“Zoals u dan Christus Jezus de Heere hebt aangenomen: wandelt in Hem!” Zoals u Christus hebt aangenomen, zo moet ik wandelen! Zo moet ik leven! En nu is de vraag natuurlijk: hoe hebt u dan Christus aangenomen? Er staat hier, hebt u het gezien: “Zoals u Christus Jezus de Heere hebt aangenomen, zo wandel in Hem!” Ja? Hoe heb je Christus aangenomen? Dat is makkelijk: door het geloof! Geloofsvertrouwen; je hebt het vertrouwen gesteld op de Heere Jezus Christus. Wat is dat: geloof? Dat is in feite wat u nu allemaal aan het doen bent; u zit allemaal onderuit op uw stoel en u gelooft, u vertrouwt er op dat die stoel u draagt! U bent eigenlijk aan het geloven. Geloven is dat u zich aan Christus overgeeft, zoals u zich overgeeft aan uw stoel, die u draagt! En u geeft zich over aan Christus tot de vergeving van zonden; u gelooft in Hem; u vertrouwt op Hem; u rust in Hem. Nou, zoals je dat gedaan had bij de aanvaarding van Christus als Zaligmaker, zo op diezelfde manier, wandel je in Hem. Namelijk door het geloof! Dat is het antwoord, niet heel moeilijk. Zoals je Christus Jezus de Heere aanvaard hebt, wandel nu ook op diezelfde manier met Hem, namelijk door het geloof! Geloofsvertrouwen! Zie op Hem! Hou deze waarheden voor waar! Geloof daarin! Houdt jezelf dat voor ogen, zoals je Christus voor ogen houdt, hou deze waarheden voor ogen. Daar gat het om. In 2 Korinthe 5 zegt Paulus: “Want wij wandelen door geloof, wij leven door geloof, niet door aanschouwen!” We zijn door het geloof kinderen van God geworden, en het is door het geloof dat wij als kinderen van God leven. Dat is de sleutel. Laten wij dat verduidelijken met een voorbeeldje. Stel: ik woon en leef op een vuilnisbelt (dat is niet waar, gelukkig!) Ik heb geen rode cent te makken. U daarentegen: ik ben een zeer vermogend mens; u zwemt in het geld. U hebt met mij te doen. En het is daarom dat u één miljoen op mijn rekening wil schrijven. U komt naar mij toe, ik bevind mij tussen het afval, en u zegt: “Maarten, er staat een miljoen euro op je bank; hier heb je een creditcard, koop een huis, koop nieuwe kleren, koop eten en drinken. Ga je wassen!” Op hetzelfde moment dat ik die creditcard aanvaard, ben ik miljonair! En vanaf dat moment heb ik keuze: blijf ik nog op de vuilnisbelt? Eet ik nog die schillen? Blijf ik die lompen dragen? Blijf ik in het bouwvallige hutje, in die krottenwijkwijk wonen? Als ik wil kan ik zo blijven leven! Ik ben een miljonair, maar je kan als armoedzaaier blijven leven! Zo zijn veel christenen: geestelijke armoedzaaiers; ze leven op een geestelijke stortplaats, hoewel ze geestelijk heel rijk zijn. Ze hebben alles ontvangen, de volheid in Christus, maar ze schrapen nog steeds uit dezelfde emmers van deze wereld. Ze hebben nog niet geleerd om overeenkomstig hun positie te leven. En het wordt de hoogste tijd dat jij en ik, dat wij als kinderen van God onze geestelijke creditcard gaan gebruiken! Dat we naar onze geestelijke rijkdom gaan leven. Dat we gaan handelen op basis van datgene wat we zijn in de Heere Jezus Christus. In Romeinen 6 : 8 zegt Paulus: “Vrijgemaakt van de zonde, bent u dienstbaar gemaakt aan de gerechtigheid, maar nu van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht die tot heiliging leidt, met als einde het eeuwige leven!” Maar het leidt wel tot heiliging. Weet u, onderzoek van de menselijke natuur heeft uitgewezen dat de mens handelt op basis van wat de mens van zichzelf denkt; wat voor plaatje hebt u in uw bovenkamer van uzelf? Hoe denk je over jezelf? Als je jezelf lelijk vindt, zul je jezelf zo gaan gedragen en een minderwaardigheidscomplex gaan ontwikkelen, en het zal aan je hele leven zichtbaar worden. Geestelijk geldt hetzelfde principe: als we onszelf blijven veroordelen, blijven aanklagen over begane zonden en onszelf voortdurend voor ogen houden hoe zondig wij zijn, en onszelf daarop focussen, dan zullen wij eindelijk neergebogen worden, en uiteindelijk als je zo met de zonde in je leven bezig bent: zul je tot de zonde aangetrokken worden en zul je tot de zonde komen! Die focus op de zonde heeft nog nooit een zondaar geheiligd of gered! Wij handelen naar datgene wat wij over onszelf denken. Hoe denk je over jezelf? Wil je over jezelf gaan denken zoals de Heere God over je denkt? De Heere God spreekt kinderen van God aan, zij die uit genade door het geloof, door de Heilige Geest zijn wedergeboren als Gods kinderen. Wij moeten naar onszelf gaan kijken zoals de Heere naar ons kijkt, namelijk in Christus, in de hemel, triomferend over zonde en over de boze. In de woestijn van de verzoeking moeten we ons bij vernieuwing richten op onze positie in de Heere en wat de Heere daarvan zegt in Zijn Woord. En dat is een bewuste, dagelijkse keuze. Dat is de eerste manier waarop wij de overwinning zullen verkrijgen en naar onze positie als kinderen van God kunnen leven: als gestorven, begraven en opgestaan met Christus; en ons voortdurend voor ogen houden: kijk naar uzelf, denk over uzelf zoals de Heere God over u denkt in Christus! Buiten Christus denkt de Heere God over u als en verloren mens. U mag op de plaats waar u nu zit ingaan op de roepstem van de Heere uw God. Een zucht is genoeg! Eenvoudig op de Heere Jezus zien: “Ik geloof dat U in mijn plaats voor mijn zonden bent gestorven aan het kruis! Ik wil graag bij U horen!” Dat doe je niet als je je niet onderwerpt aan de Heilige Geest. Dat doe je allen onder Zijn overtuigende werkzaamheden. Maar: kom dan tot Hem. Ga in op die nodiging. Nogmaals: je kan die nodiging horen en horen en horen en horen in de kerk, ’s zondags in de kerk, en toch niet komen! “Heden indien gij Zijn stem hoort, verhardt u niet maar laat u leiden!” Kom tot de Heere Jezus, aanvaardt de Heere Jezus. Zeg: “Ja, Heere Jezus, hier ben ik!” Geef u gewonnen aan Hem Die in uw plaats wilde lijden en sterven voor uw zonden en tegen derden dage is opgestaan van de doden!
Ik dank u!